Wat de bijbel zegt over de drie-eenheid (10)
Auteur: ds. W. Pieters
De Godheid van de Heilige Geest is geen onbelangrijk onderwerp. Zoals jullie wel weten ontkennen de jehova's getuigen (JG) dat de Heilige Geest God is. Ze zeggen dat de Heilige Geest zelfs niet een Persoon is, maar alleen een kracht. Wel een Goddelijke kracht, maar dan toch alleen een kracht. Wanneer we luisteren naar wat de Heilige Schrift zegt, blijkt dat heel veel keren aan de Heilige Geest iets wordt toegeschreven, wat in ieder geval niet past bij een onpersoonlijke kracht. Dat willen we nu gaan bezien. In Handelingen 8 vers 29 lezen we: "En de Geest zei tot Filippus: ga toe en voeg u bij deze wagen." Het gaat daar over de bekering van de moorman of kamerling. Wat lezen we dus? Dat de Geest iets beveelt. Dit duidt erop dat de Geest een Persoon is Die iets zeggen kan, Die een wil heeft en het vermogen om Zijn wil tot gelding te brengen. Als dit nu de enige keer was in heel de Bijbel dat aan de Geest iets wordt toegeschreven wat alleen eigen is aan personen, zouden we kunnen denken aan personificatie. De JG komen steeds met die tegenwerping aan: het is alleen maar personificatie. Wat betekent `personificatie'? Dat aan een dier of een ding wordt toegeschreven, wat alleen een mens kan. In sprookjes praten dieren en gedragen ze zich als mensen. Maar dieren kunnen dat niet en dus is er sprake van personificatie. Ook in de Bijbel komen we dat tegen. Denk aan de fabel van Jotham in Richteren 9 vanaf vers 7. Volgens de JG vinden we in de Bijbel nog meer voorbeelden, namelijk in Romeinen 5 vers 14, waar staat dat de dood heeft geheerst (dus personificatie als koning). Toch zal niemand dit als personificatie in eigenlijke zin uitleggen. Iedereen begrijpt dat het overdrachtelijk taalgebruik is. Zoals we ook zeggen: `Er heerst griep' of: `Koning winter houdt ons in zijn ijzige greep'. Maar wanneer het gaat over spreken, bevelen, dan vinden we in de Bijbel nooit beeldspraak of personificatie. Als het met betrekking tot de Heilige Geest wel zo moet worden uitgelegd, kunnen we eigenlijk maar één ding concluderen: de Bijbelschrijvers houden ons voor de gek. Want dan is de personificatie wel erg ver doorgevoerd. Zover dat we op een verkeerd been worden gezet, worden misleid! Ik zal nu een paar andere teksten geven, waarin het over een bevel van de Geest of zo gaat. Handelingen 10 vers 19 en 20 (zie ook hoofdstuk 11 vers 12): "En toen Petrus over dat gezicht dacht, zei de Geest tot hem: zie, drie mannen zoeken u; daarom sta op en ga af en reis met hen, niet twijfelende; want Ik heb hen gezonden." Wie heeft de mannen van Cornelius gezonden? De Heilige Geest. Maar lezen we in datzelfde hoofdstuk vers 4-6 dat een engel het tegen Cornelius zei. Nu een engel spreekt altijd alleen maar wat God gebiedt. Nooit wat een mens hem opdraagt (zie Psalm 103 vers 20 en 21). Dus sprak de engel de woorden van God, toen hij (volgens vers 20) de woorden van de Geest sprak.
Handelingen 13 vers 2: "En als zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb." Hier vind je twee dingen over de Heilige Geest, waaruit je moet besluiten dat Hij een Persoon is. In de eerste plaats dat Hij het bevel geeft om twee mannen als zendeling te laten uitgaan. En in de tweede plaats dat Hij één is met de Heere Jezus Christus en met God. Waarom? Wel, de Heilige Geest zegt dat Hij Barnabas en Saulus heeft geroepen tot het werk. Maar in Handelingen 9 vers 15 zegt de Heere Jezus dat Hij Saulus heeft geroepen / uitverkoren tot het werk van de prediking. Terwijl in Handelingen 22 vers 14 staat dat God dit allemaal zei. Dus wat God zei (Handelingen 22 vers 14), zei Christus (Handelingen 9 vers 15) en dat zei de Heilige Geest (Handelingen 13 vers 2).
Handelingen 16 vers 6 en 7: "En ... zij (Paulus en Silas) werden door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Azië te spreken ... en de Geest liet het hun niet toe." Hier schijnt de Heilige Geest heel zelfstandig te werken. Maar in vers 10 staat dat de Heere Paulus een bevel gaf in verband met de richting van het zendingswerk. Dit is allemaal heel verward, wanneer we niet uitgaan van de eenheid tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Maar zien we vanuit de Schrift hoe de Heilige Geest dezelfde God is als de Vader en de Zoon, drie-enig - dan is er van verwarring in het geheel geen sprake meer.