Een stille revolutie - afvallige bijbelwetenschap
Auteur: ds. W. Pieters
De journalisten J.R.A. Dekker en C.S.L. Janse schrijven in een gezamenlijk artikel:
'In hervormd-gereformeerde kring, bij Nederlands Gereformeerden, Christelijke Gereformeerden en (in mindere mate) bij de Vrijgemaakten is de laatste jaren duidelijk sprake van een onderstroom die de klassiek gereformeerde Schriftbeschouwing te strak vindt. Mede als gevolg daarvan voelt een aantal wel voor de vrouw in het ambt en willen sommigen ruimte bieden voor homoseksuele relaties.'
Nietwaar, wanneer Paulus abuis is geweest op al die punten die we de vorige keren al zagen, waarom zou hij het dan ook niet geweest kunnen zijn in zijn afwijzing van homoseksualiteit? Prof. G.Th. Rothuizen (Gereformeerde Kerken) schreef het eind jaren zestig al, dat wij het tegenwoordig op dat punt beter weten dan Paulus.
Dekker en Janse vervolgen:
'De binding aan de belijdenis moet losser. Met name met de leer van de dubbele predestinatie uit de Dordtse Leerregels en met de voorzienigheidsleer uit de Heidelbergse Catechismus kunnen zij niet uit de voeten.'
Het is weliswaar in die kringen nog niet zo erg als in de Gereformeerde Kerken, waar het modernisme de toon aangeeft,
'maar er is wel een opmars van moderne ideeën, waarbij zeker ten aanzien van de Schriftbeschouwing de indruk bestaat dat lang niet alle predikanten op de preekstoel het achterste van hun tong laten zien.'
Dat laatste is vooral heel erg.
De Christelijke Gereformeerde ds. M.C. Tanis zegt:
'In ons kerkelijk leven komt de tegenstelling steeds meer openbaar.'
Wat betreft het Schriftgezag ziet hij een wegglijden van het gereformeerde principe.
'Wordt het nu niet tijd om de poort te zoeken van een ander kerkelijk leven?'
'Nee', vindt hij, 'wat binnen onze kerken al openligt, woelt en werkt bij andere kerkgenootschappen binnenskamers en in de kerkelijke gangen.'
Prof. dr. C. Graafland verwekte vorig jaar opschudding met zijn stelling, dat gereformeerde theologie-beoefening tot onvruchtbaarheid gedoemd is, zolang deze wordt beheerst door de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij bepleitte een terugkruipen naar de Schrift. De vraag is gewettigd: welke Schrift? Die van de kerk der eeuwen? Of die van de moderne wetenschap, die tegenstellingen construeert tussen de 'echte Paulus' en de onbekende schrijvers van de 'pseudo-Paulijnse' brieven?
De uitverkiezingsleer van de Dordtse Leerregels wordt steeds openlijker bestreden. O zeker, er is in onze belijdenis-geschriften nog wel veel moois te vinden ...; namelijk als het ons nog wat te zeggen heeft. Typisch de pseudo-bevindelijkheid van het postmodernisme!
Terzake van 'Schrift en belijdenis' dreigt de gereformeerde gezindte het anker kwijt te raken. En dat juist in een tijd dat in de Gode-vijandige wereld rondom ons de storm op het hoogste opsteekt. Waarbij de nieuwe visie op Schrift en belijdenis in de praktijk altijd gepaard blijkt te gaan met een 'geloofsvrijmoedigheid', waarbij men toont het verschil tussen het ware, zaligmakende geloof en het historisch geloof niet te kennen, net zomin als de noodzaak van de bevindelijke kennis van de drie stukken van de Catechismus.
Is het ook?
Is het ook dat God gezegd heeft? Dat is satans tactiek nog steeds.
De afvallige bijbelwetenschap kenmerkt zich altijd door het voorstellen van de Schrift als een woord van mensen. Niet Gods gedachten, maar wat mensen denken over God. Men buigt zich over de geloofsgetuigenissen van mensen, vrome mensen, begenadigde mensen, ook wel ondeugende mensen (denk aan de anonieme schrijvers die doen alsof ze Paulus zijn), maar het blijven altijd mensen. En dan hangt het helemaal van het gevoel van de onderzoeker af, hoe weinig of hoe veel er nog over blijft waarvoor hij buigt als Goddelijke openbaring die door het gemoed van de bijbelschrijver tot ons gekomen is. Deze manier van wetenschappelijk Bijbel-onderzoek verwerpen we hartgrondig! De Bijbel is dan een uitnemend boek, een bijzonder boek, misschien wel het bijzonderste boek, maar wetenschappelijk breken ze dat boek stuk. En de Schrift kan niet gebroken worden. Men bedenke: de hele Schrift is het Woord van God en slechts in haar eenheid kan ze wijs maken tot zaligheid.