De Catechismus van Genève vraag en antwoord 73 t/m 79, Over de opstanding en de hemelvaart
Auteur: ds. W. Pieters
De opstanding en de hemelvaart
Vr. 73 Ga voort met het overige. Antw : Er volgt, dat Hij op de derde dag is opgestaan uit de doden, waardoor Hij Zich Overwinnaar van zonde en dood getoond heeft. Want door Zijn opstanding heeft Hij de dood verslonden, de boeien van de duivel verbroken, en geheel diens macht teniet gedaan.
Vr. 74 Hoe veelvoudige vrucht komt er voor ons voort uit deze opstanding? Rom. 4 : 25; 1 Cor. 15 : 22; Rom. 6 : 4. Antw : Drievoudige. Want de gerechtigheid is daardoor voor ons verkregen, en het is ons een zeker pand van onze toekomstige onsterfelijkheid; en wij worden nu reeds door Zijn kracht opgewekt tot nieuwheid van leven, opdat wij door rein en heilig te leven, de wil van God gehoorzamen.
Vr. 75 Laten wij het verdere nagaan. Antw : Hij is opgevaren ten hemel.
Vr. 76 Maar is Hij dan opgevaren, om niet meer op de aarde te zijn? Antw : Ja. Want nadat Hij alles had uitgericht, wat Hem door de Vader was opgedragen, en wat ons tot heil strekte, was het niet nodig dat Hij nog langer op de aarde verkeerde.
Vr. 77 Wat goeds verkrijgen wij door dit opvaren? Antw : De vrucht is tweevoudig. Want voor zover Christus om onzentwil de hemel is binnengegaan, gelijk Hij voor ons naar de aarde was nedergedaald, heeft Hij de toegang daarvan ook voor ons geopend, zodat nu de deur voor ons geopend is, die wegens de zonde tevoren gesloten was. Vervolgens verschijnt Hij voor het aangezicht van God voor ons als Tussenpersoon en Beschermer.
Vr. 78 Maar is Christus door naar de hemel terug te keren, zó van ons weggegaan, dat Hij nu opgehouden heeft met ons te zijn? Antw : Allerminst. Want Hij heeft daarentegen beloofd, dat Hij met ons zal zijn tot aan het einde der wereld. Matth. 28 : 20.
Vr. 79 Maar dat Hij bij ons blijft, moet dat niet van de tegenwoordigheid van het lichaam verstaan worden? Antw : Neen. Want er is verschil tussen de omgang van het lichaam, dat in de hemel is teruggekeerd, en de invloed van de kracht, die overal verspreid is.