Hoe moet ik omgaan met dromen
Auteur: ds. W. Pieters
"Dromen zijn bedrog", zo zegt men. Is dat zo? Dat ligt er maar aan, wat je droomt. Soms houdt een droom niets in. Maar stel: je droomt dat je miljonair bent, enzovoorts. Dan zal dat wel niet in werkelijkheid gebeuren. Je waande je rijk, je bedroog jezelf. Het is niet waar. Toch is ook zo'n droom niet alleen bedrog, maar ook een openbaring. In zo'n droom komt jouw onderbewuste of onbewuste wensleven aan de oppervlakte. Dromen komen immers uit je gedachten voort. Wat je graag zou willen, al is er in de verste verten geen kans op dat het ooit zal gebeuren, gebeurt in je droom: jouw wens vertaalt zich in een droom. Naar die taal moet je leren luisteren, en je nog al eens schamen. Wanneer namelijk haat en nijd, eerzucht en wellust, zich in je dromen vertolken... Maar ook kunnen liefde en geluk en zelfs godsvrucht zich in droombeelden vertolken.
Een droom kan ook een waarschuwing van God inhouden. Je hoort, om een voorbeeld te geven, een preek over vraag en antwoord 52 van de Heidelbergse Catechismus: de wederkomst van Christus ten oordeel. De nacht daarop droom je dat de Jongste Dag is aangebroken. Jij staat bij de 'bokken', niet bij de 'schapen'. Je wordt badend in het zweet wakker... Gelukkig, het was maar een droom? Dromen zijn - in dit geval gelukkig - maar bedrog? Nee, het was een stem van God. Je krijgt een extra nodiging. Gooi deze "persoonlijk thuisbezorgde brief" niet in de "kachel". Maar droom jij dat Jan of Christine iets moeten gaan doen? Ga dan niet de volgende dag naar ze toe om ze te vertellen dat ze dat of dat moeten gaan doen, WANT God heeft het jou in je droom geopenbaard... In alle gevallen moet je met je dromen terug naar de Bijbel. Staat het in de Bijbel, of is het uit je eigen wensleven voortgekomen. Leer jezelf kennen mede door je droomwereld, en laat je droom je brengen tot gebed. Stel, je droomt dat je gelukkig zult trouwen. Dat schijnt, al is het onbewust, je wens te zijn. Leg deze wens of droom voor de Heere neer en vraag Hem om zo jouw weg te leiden - als het Zijn wil is, als het tot Zijn eer is. Ander voorbeeld: je droomt over de reis van volgende week, dat je een vreselijk ongeluk meemaakt. Waarom mag je niet - door je droom als het ware aangespoord - te meer vragen om Gods veilige geleide? Werkelijk, dromen zijn niet zomaar bedrog. Dromen zeggen heel wat, leren ons heel wat en kunnen ook heel nuttig worden gebruikt. Ondertussen kun je ook op een heel andere manier dromen. Je droomt bij klaarlichte dag. Nee, ik heb het niet over een visioen, maar over "je inbeelden dat je een kind van God bent, en het is niet zo." Ik denk aan een opmerking van de profeet Jesaja, hoofdstuk 29 vers 8:
"Het zal zijn, zoals wanneer een hongerige droomt, en zie, hij eet; maar wanneer hij ontwaakt, is zijn ziel leeg. Of, zoals wanneer een dorstige droomt, en zie, hij drinkt; maar wanneer hij ontwaakt, zie, hij is nog mat, en zijn ziel is begerig."
Zo kun je denken dat je geestelijk rijk en verrijkt bent en aan geen ding gebrek hebt, maar..., dat je ondertussen nog even arm en ellendig bent. Of zelfs: alleen maar armer en ellendiger, naarmate jij je rijker en gelukkiger waande. Is niet heel ons leven als een droom? En is het wakker worden niet wanneer we aan de andere kant van de dood onze ogen opendoen - met de rijke man in de pijn, of met de gelukzalige bedelaar Lazarus in het paradijs? Denk aan wat we lezen in Psalm 39 vers 7:
"Immers wandelt de mens in een beeld."
Daarom waarschuw ik je: droom niet voort, met jezelf te beloven dat je nog tijd genoeg hebt om de Heere Jezus te zoeken en dat het allemaal zo'n vaart niet loopt, en dat God toch barmhartig is, en dat je je toch niet VANDAAG hoeft te bekeren... Allemaal dromen, dagdromerij - bedrog. Kon ik je wakker schudden! Kon ik je uit je droomgeluk vandaan halen! John Warburton schrijft dat hij eens op het alleronverwachtst in Portsmouth preekt. Onder zijn gehoor zit die avond een vrouw die al lange tijd in uiterste ellende loopt vanwege haar zondeschuld. Zij heeft in een droom een man naar zich toe zien komen die haar zegt dat ze verlost zal worden. Als ze dominee Warburton de preekstoel op ziet komen, herkent ze meteen de man van de droom. En die avond gebeurt het wonder: God verlost haar ziel van zonde en stelt haar in de ruimte. God gebruikte in Bijbeltijden dromen om Zich te openbaren. Gewoonlijk nu niet meer. Maar Hij kan het nog steeds doen. Alleen, vergeet dan niet Jesaja 8 vers 20:
''Tot de Wet en tot de Getuigenis...''