Hoe moet ik omgaan met fanatisme
Auteur: ds. W. Pieters
Het woord komt uit het Latijn en heeft te maken met de heilige plaats (fanum) van een godheid, waardoor mensen zogenaamd in vervoering kwamen. Een fanaticus is bezeten van zijn eigen opvatting. Hij is een doordrijver, geestdrijver of dweper. Fanatisme heeft dus te maken met het ijveren voor een zaak waarbij je de maat ver overschrijdt. Maar je voelt de vraag al aankomen, natuurlijk, of je stelde hem zelf al: wie bepaalt nu of een ijver voor een zaak de maat wel of niet overschrijdt. Wie bepaalt met welke maat wij mogen ijveren voor een zaak? Er zijn mensen die lauw zijn in alle dingen. Ze staan nooit voor ergens in vuur en vlam. Ze laten alle dingen min of meer op hun beloop. Ze worden er niet warm of koud van of het wel of niet gebeurt. Misschien vinden sommigen op school jou erg fanatiek, bijvoorbeeld ten opzichte van je kerk. Maar wanneer ben je te verhit, wanneer overdrijf je iets? Moet je alles dan onbelangrijk achten? Nee toch! Je voelt wel: het is echt niet zo gemakkelijk om te weten wat overdreven is en wat niet. Je kunt immers ook te lauw zijn?! Daar waarschuwt de Bijbel ons ook voor. De Heere Jezus zegt dat Hij dit heel erg vindt en dat Hij mensen die lauw zijn als het over de dingen van God gaat, uit Zijn mond zal spuwen… Was Elia een fanatiekeling of fanaticus toen hij de afgodspriesters doodde? En Samuël, toen hij de Amalekietische koning Agag doodde? En Saulus van Tarsen, toen hij de volgelingen van die ‘verleider’ Jezus, indien nodig, doodde? Weer zien we dat we bij de Bijbel te rade moeten gaan om te weten, wanneer een ijver voor een zaak te maat te buiten gaat en wanneer niet. We moeten we onze motieven toetsen aan de Heilige Schrift.
Een voorbeeld: je bent voor zuiverheid van leer en leven in je gemeente. Niemand van de leden die ook maar enigszins met de Bijbel rekening houdt, zal je dat kwalijk nemen. Hierin mag je nooit tevreden zijn met iets minder dan het volmaakte. Half, of 99%, is uit de boze. Dus alle dwaling bestrijden? Ja. Alle zondige praktijken bij de wortel aanpakken? Ja. Maar, hoe? Twee keer ‘Ja’, maar ook twee keer ‘maar, hoe?’ Een fanatiekeling zal ook geen slechte middelen schuwen om zijn doel te bereiken. En dat is nooit goed. Het doel heiligt de middelen niet. Een fanatiekeling is in hoge mate eenzijdig en daarom in zijn beoordeling nog al eens onbillijk. Je veroordeelt terecht elke afwijking van Gods Woord, maar niet elke afwijking is even ernstig… Niet elke zonde heeft dezelfde zwaarte… Dit is een heel moeilijk terrein. Net als dat elke waarheid niet even belangrijk is en elke goede zaak niet evenveel energie waard is. Neem nu als voorbeeld hoe mensen zich kleden, of hoe ze naar de kerk gaan op de Dag des Heeren. Daar kun je een uitgesproken mening over hebben, deze op het Woord gronden, en toch blijken er meningsverschillen te bestaan tussen hen die de Heere Jezus liefhebben. Hoe ga je dan daarmee om? Een gemeente stuk maken, is niet zo moeilijk… Denken: dan moeten die mensen die met mij / ons van mening verschillen, de gemeente maar verlaten, is natuurlijk ook niet de oplossing… Daar komt bij fanatici nog eens bij dat ze allen die over een punt niet precies zo denken als zij, als vijand zien en behandelen; niet alleen als vijand van hun opvatting, maar voordat je het beseft, beschouw je ze als vijand van God…
Hoe moet je hiermee omgaan? Als je fanatiekelingen in je omgeving hebt, is het belangrijk goed naar ze te luisteren en rustig met ze te praten. En wel vanuit de basis waar jij en die fanatiekelingen het nog eens zijn. Overtuigen kun je ze niet gemakkelijk, maar soms kun je ze aan het denken zetten door vanuit de Schrift aan te wijzen, dat dingen niet altijd even simpel liggen.
Ben je zelf fanatiek…? Dat zul je misschien niet zeggen. Maar als anderen je zo noemen, mag je toch wel jezelf onderzoeken of het misschien zo is of niet. Ga er niet bij voorbaat vanuit dat zij allemaal ongelijk hebben, maar luister naar hun argumenten. Wat zijn de redenen die zij hebben om jou voor een fanatiekeling te houden? En, bid de Heere dagelijks dat Hij jou voor lauwheid én voor overdrijving bewaart. Lauwheid in de dingen van God is even erg als overdrijving; en overdrijven in de dingen van God is niet minder erg dan lauwheid. Daarom: houd op gezette tijden innerlijke inspectie en vraag: is er bij mij een schadelijke weg, HEERE, leid mij dan op de goede weg! Welke weg? Zoals Jezus zei (Johannes 2 vers 17): “De ijver voor Uw Huis heeft mij verslonden.”