Demonologie - 4
Auteur: ds. W. Pieters
De tijd van Jezus’ omwandeling op aarde was voor de hel een spannende tijd: God was op aarde gekomen om onder de mensen te wonen… Wat zou dat inhouden? Satan hoefde niet lang na te denken wat hij moest doen: alle machten die hem ter beschikking stonden mobiliseren om deze Goddelijke invasie tot stoppen te brengen. Daarom is deze tijd een bijzonder productieve tijd voor de demonen. We lezen dan ook slag over slag over mensen die door hen in bijzondere mate in beslag en bezit zijn genomen. In Mattheüs lezen we er in hoofdstuk 8 nog een keer over, vers 28-34:
En toen Hij over aan de andere zijde (namelijk van het meer van Galilea) was gekomen in het land der Gergesenen, zijn twee, van de duivel bezeten, Hem ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, zodat niemand door die weg voorbij kon gaan.
We lezen dat Jezus niet voor hen op de loop gaat of een ontmoeting met hen vermijdt – in tegendeel: Hij gaat recht op Zijn doel af en werpt deze demonen uit. Hoezeer vernietigen hun passie is, blijkt uit wat er gebeurt met de varkens die zij mogen annexeren: ze verdrinken allemaal in het water…
Dus duidelijk blijkt voor de tweede keer in dit hoofdstuk dat er Eén gekomen is, machtiger dan de verenigde legers van de hel: de Zoon van God. Wat een troostrijk evangelie voor die lezer onder ons die het merkt: satan heeft mij in de houtgreep: ik kom nooit meer los. Wie zal mij redden?
Niemand dan Jezus; niemand dan Jezus!
Uit deze geschiedenis kunnen we de gevolgtrekking maken dat ook dieren door demonen kunnen worden bezeten; en dan weten die beesten niet meer wat ze doen; en dan kan het zijn dat ze een spoor van vernieling achterlaten.
Eens te meer blijkt dat we met deze zwarte tegenkrachten tégen het Koninkrijk van onze Heere Jezus niet moeten spotten.
Een bijkomend effect van de ondergang van die duizenden varkens is dat de eigenaars in hun portemonnee worden getroffen als Jezus’ Koninklijke macht zich openbaart. Gevolg? Ze smeken Hem alsjeblieft te vertrekken.
Hoeveel mag het jou kosten om de boze machten uit hart en huis kwijt te raken? Eerlijk antwoorden…
Demonologie
In Mattheüs 9 lezen we over heel andere wonderdaden van onze Heere Jezus. Hij kwam niet alleen om demonen uit te werpen, zoals we vorige keer in het achtste hoofdstuk zagen, maar – zo lezen we nu – ook geneest Hij en vergeeft Hij zonden.
Toch zijn we het hoofdstuk nog niet uit of opnieuw doorkruist een demon het pad van de grote Slangendoder (vers 32):
Ziet, zij brachten tot Hem een mens die stom en van de duivel bezeten was.
Opnieuw lezen we dat Jezus niet op de loop gaat of een ontmoeting met demonen vermijdt – integendeel!
Kenmerkend voor deze demon is dat de bezetene niet kan praten. Als je hierover nadenkt, moet je wel verwonderd zijn: hoe komt het dat wij wél kunnen praten? Dat wij niet stom zijn? Het is een wonder van de almachtige God.
Een demon kan ons blijkbaar het zwijgen opleggen; we hebben onze spraakorganen dus niet in onze macht. Het tegenovergestelde is ook waar: boze geesten kunnen ons ook tot praten aanzetten, óf onheilige en onware woorden, óf op een verkeerd moment gezegd. Jakobus schrijft in het 3de hoofdstuk van zijn brief, dat de tong met de hel te maken heeft… (vers 6).
Meestal denken we er niet bij na dat we kunnen praten en evenmin wat we zeggen. Maar als we bedenken dat we van elk ijdel woord eens rekenschap moeten afleggen…, zoals Mattheüs 12 zegt, dan voelen we wel aan dat ons praatvermogen niet zonder risico is!
We mogen de Heere Jezus wel vragen om ons van onze praatdemonen te verlossen, zoals die persoon van zijn stomme duivel werd verlost.
Drie gevolgen van Jezus’ ingrijpen lezen we in het 33ste en 34ste vers:
(a) En toen de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme.
Een gevolg daarvan is:
(b) En de scharen verwonderden zich, zeggende: er is nooit zoiets in Israël gezien!
Een ander gevolg hiervan is:
(c) Maar de Farizeeën zeiden: Hij werpt de duivelen uit door de overste der duivelen.
(a) looft God – veronderstel ik uit de liefde; (b) looft Hem ook; (c) lastert Hem. Wat deed jij vandaag…?
Demonologie
Nog maar nauwelijks zijn we in het nieuwe hoofdstuk, Mattheüs 10 aangekomen, of we struikelen als het ware weer over demonen, nu, in vers 1, genoemd ‘onreine geesten’:
En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbend, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om die uit te werpen, en om elke ziekte en elke kwaal te genezen.
Het is de eerste keer dat we in het Nieuwe Testament deze omschrijving, ‘onreine geesten’, lezen voor demonen (want daarover gaat het hier). Wat kunnen we hieruit leren? Dat begrijp je al wel zonder dat ik het je zeg; toch nog een paar gedachten…
Onrein heeft te maken met onkuis. Demonen worden onrein genoemd omdat ze houden van het gezelschap van onreine / onkuise mensen. Wanneer wij ons overgeven aan onkuise lusten en daden, alleen of met anderen, dan doen we wat demonen graag willen dat we doen. Je doet de duivel er een plezier mee…
Een van de discipelen die nu door Jezus geroepen worden, schrijft hier later over (in II Petrus 2 vers 10):
… degenen die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen.
Bisschop Ryle merkt hier nog over op:
Wij mogen in alle redelijkheid verwachten dat een predikant weerstand biedt aan de duivel en zijn werken, en voortdurend strijd voert tegen hem.
Alleen, dat helpt NIETS. Wat kan de meest bewogen, ernstige of ijverige voorganger tegen de duivel beginnen, of tegen boze lusten en begeerten (bij zichzelf en bij zijn gemeenteleden) uitrichten?
Gisteren kreeg ik nog het volgende mailtje over een jongen van rond de twintig:
X zit zo ontzettend vast in pornoverslaving. Hij heeft het een keer allemaal beleden, gebeden om er vrij van te komen, aan God gevraagd of Hij hem helpen wou, zijn computer schoongemaakt van alles. Toen is het een poosje goed gegaan, totdat … Vanaf toen is het alleen maar achteruit gegaan. We kunnen niet meer met hem praten, er is zo’n haat tegenover ons.
En toch, wat lezen we in vers 1 van Mattheüs 10? “Hij heeft hun macht gegeven over de onreine geesten.” Hij, aan Wie alle macht in hemel en op aarde gegeven is! O, er is een almachtige Zaligmaker, en dus kan ook jouw onreinheid en de mijne worden UITGEWORPEN!