Waar jij mee zit: geloven in of aan Christus
Auteur: ds. W. Pieters
Is er verschil tussen geloven ín God of Christus en geloven áán God of Christus?
In de Bijbel wordt op verschillende manieren gesproken over het geloof in God of Christus. Soms staat er `geloven in' en soms staat er `geloven aan'. Nu hoorde een lezer van `De Catechisant' een dominee zeggen: `Geloven aan Christus doe ik heel de dag, maar geloven in Hem alleen als de Heere daar de werking van geeft.'
In deze uitspraak zien we een voorbeeld, hoe woorden en uitdrukkingen door allerlei mensen verschillend kunnen worden ingevuld. En wanneer de één dan iets heel anders bedoelt dan een ander, komt er een heilloze spraakverwarring.
Daarom is het goed om ons Bijbels uit te drukken. Hoe spreekt Gods Woord over deze twee verschillende omschrijvingen?
In de statenvertaling vinden we soms verschil gemaakt tussen `geloven in' en `geloven aan', bijvoorbeeld in Exodus 14 vers 31: "Israël geloofde in den HEERE en aan Mozes, Zijn knecht." In de kanttekening leggen de statenvertalers het als volgt uit: `Dat is, zij geloofden het woord, hetwelk Mozes in de Naam van God tot hen sprak, gelijk Exodus 19 vers 9, en II Kronieken 20 vers 20. De manier van spreken in het Hebreeuws is wel enerlei, maar het onderscheid wordt genomen uit de natuur van de zaak.'
Wat bedoelen ze hiermee? Dit: geloven in Mozes zou kunnen betekenen, dat Mozes op dezelfde manier moesten worden vertrouwd als God. En dat kan de bedoeling niet zijn. Daarom maken onze statenvertalers onderscheid, hoewel dat in het Hebreeuws niet staat! Ook een oude Engelse kanttekening zegt dat met deze uitdrukking wordt bedoeld, dat ze geloven in de leer die Mozes in Godswege aan hen doorgaf.
Let op: in deze teksten gaat het over geloven aan een mens en dan is er onderscheid met geloven in God.
Kijken we nu naar de voorbeelden in het Nieuwe Testament, wanneer het gaat over geloven aan God of Christus dan zien we dat deze uitdrukking precies hetzelfde betekent als `geloven in'. Zie Efeziërs 3 vers 12, waar Paulus schrijft: "In Wie (namelijk Christus) wij de vrijmoedigheid hebben en de toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem." Bij `aan Hem' merken de statenvertalers op: `Namelijk Christus. Want door het geloof in Christus als onze Middelaar geloven of vertrouwen wij op God en hebben wij een vrijmoedige toegang tot God.' Hier vinden we de uitdrukking `geloven aan Christus' in de tekst, maar `geloven in Christus' in de kanttekening en wel zo, dat blijkt dat ze precies hetzelfde betekenen.
Een tweede voorbeeld maakt dit ook duidelijk. In Handelingen 16 lezen we over de gevangenbewaarder te Filippi. Wanneer deze man in wanhoop smeekt: "Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig word?", zeggen Paulus en Silas: "Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis." En dan lezen we vervolgens dat de gevangenbewaarder zich verheugde "dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was."
Dit was een waar geloof en toch wordt het vertaald met `aan God geloven'. Hieruit blijkt dat in de Bijbel `geloven in' en `geloven aan' dezelfde betekenis hebben, wanneer het over God of Christus gaat.
Blijft er één vraagje over: geloof jij ook in Christus?