Het begin van de Kerk, bij het begin van de wereld
Auteur: ds. W. Pieters
Sommigen beweren dat de Kerk begonnen is in het Nieuwe Testament. Onze vaderen brengen, in hun spreken over de Kerk, het verschil tussen de oude en de nieuwe bedeling niet eens ter sprake. Ook de Heidelbergse Catechismus zegt zonder voorbehoud dat de Kerk wordt vergaderd 'van het begin der wereld'. Dus niet pas vanaf Pinksteren in Handelingen 2. De Kerk is gesticht in het Paradijs. Daarna wordt nergens ter wereld meer een andere Kerk gesticht of opgericht. Als de 'Steen zonder handen afgehouwen' breidt deze ene Kerk van Christus zich uit over de hele wereld. Dat doet de Kerk als zodanig niet zelf; de Heidelbergse Catechismus zegt terecht dat de Zoon van God haar vergadert.
Vanaf het begin der wereld hebben in de Kerk des Heeren tijden van licht en duisternis elkaar afgewisseld. Gods Zoon verscheen in het vlees op deze aarde, en wilde Zelf onder mensen wonen, en als Profeet hen onderwijzen in de weg der zaligheid. En hoewel het grootste gedeelte van het Joodse volk Hem verwierp, beleefde de Kerk in de tijd na Zijn lijden, sterven, opstanding, hemelvaart, en de uitstorting van Zijn Geest op Pinksteren, een ongekende groei en bloei. En deze Kerk, in het Oude Testament bediend door priesters en profeten, in het Nieuwe Testament door apostelen en evangelisten, die van het begin der wereld is geweest, zal, door hoogten en door diepten, blijven tot het einde der wereld toe.
Calvijn is zeer uitdrukkelijk in het handhaven van de eenheid van het Oude en het Nieuwe Verbond. Hij acht dit van groot belang in de visie op de Kerk; met name tegenover de wederdopers, die de kinderdoop verwerpen, en enkel willen dopen op grond van belijdenis. Calvijn wil het Verbond handhaven.
Dit heeft grote betekenis voor de waarde van de Oudtestamentische gegevens dat men de vervallen kerk niet mag verlaten. Deze gegevens worden door het Nieuwe Testament ondersteund. De Schrift is ook hierin eenduidig.









