Des HEEREN Lof, Abt Gregorius, Lebuinus
Auteur: ds. W. Pieters
Abt Gregorius
Wat een abt is, zullen de meesten van jullie niet weten. En wie abt Gregorius uit Utrecht is, weet misschien wel niemand van jullie. Ik wist ook niet wie hij was, totdat ik aan dit stukje begon. Eerst maar wat het woord `abt' betekent. Het woordenboek zegt: de overste van een monnikenklooster. Het woord `abt' komt van een Hebreeuws woord dat jullie wel kennen, namelijk `abba' en het betekent: vader. Een abt is als een vader van een monnikenklooster. Wanneer in Nederland het Christendom komt, komen er ook de kloosters. Kloosters zijn er al voor de dagen van Augustinus. Een klooster is eigenlijk een soort school en leefgemeenschap, waarin ijverig wordt gestudeerd in de Heilige Schrift en in de goede geschriften van de kerkvaders; en heel vaak worden ook allerlei werken van barmhartigheid en liefdadigheid in en vanuit de kloosters verricht. Kloosters zijn dan ook van onschatbare waarde voor de verbreiding en verdieping van het Christendom, ook in Nederland.
Na de dood van Bonifatius wordt één van zijn helpers zijn opvolger, namelijk Gregorius. Hij is afkomstig uit Frankrijk (705 na Christus), ja hij is zelfs van koninklijke bloede. Toch verlaat hij graag alles wat met koninklijke heerlijkheid te maken heeft, om zendeling te worden. Hij trekt jaren lang met Bonifatius mee van stam tot stam en van land tot land. En - zoals ik al schreef - na het sterven van zijn geliefde leider wordt hij zijn opvolger. In Utrecht wordt hij abt, dat is dus overste / vader van een monnikenklooster. Daardoor is hij het hoofd van de Utrechtse kerk. Ook draagt hij zorg voor het kerkenwerk in het land der Friezen. Gregorius wordt van grote invloed, omdat hij in Utrecht een school sticht. Niet een school waarin je rekenen en schrijven alleen kunt leren (dat ook wel), maar een school, waarin je vooral onderwijs kunt krijgen in alles wat met de Bijbel en de dienst van God te maken heeft. Het is tegelijk een Christelijke school en een catechisatieklas en een opleiding tot dienaar van Gods Woord (theologische school). In de bibliotheek van deze school worden in de loop der jaren veel boeken verzameld. En boeken zijn van onschatbare waarde voor de verbreiding van het Christendom. Vooral om de komende geslachten te onderwijzen in de leer der Schrift. Omdat het onderwijs aan deze Utrechtse school zo goed is en omdat de kloosterbibliotheek zo groot en welvoorzien is met goede boeken, stromen van heinde en ver leerlingen toe, uit Beieren, Zwaben, Saksen, Friesland en Frankenland. Twintig jaren lang mag Gregorius abt zijn van de kerk in Utrecht en de school besturen, waarin zoveel jonge mannen worden opgeleid om zendeling te worden in Nederland en de andere landen van West-Europa.
Lebuïnus
Eén van de meest bekwame leerlingen van de beroemde Utrechtse school van abt Gregorius is Lebuïnus. Hij komt uit Engeland. Hij vraagt om een zendingsgebied en krijgt het gebied toegewezen van de Saksen ten oosten van de IJssel. Samen met Marcellinus, zijn helper, bouwt hij het eerste Christelijke kerkje te Wilp. Vandaar mag hij door de prediking van het Evangelie het middel zijn voor de bekering van stamhoofd Davo; en zo wordt hij de stichter van de Christelijke kerk te Deventer. Marcellinus gaat verder en arbeidt in de omgeving van Oldenzaal. Daar mag het Woord van God in een vijftal plaatsen vrucht dragen. Op hoge ouderdom sterft deze trouwe helper van Lebuïnus en wordt hij in Deventer begraven. Lebuïnus is niet bang en onderneemt een tocht naar het centrum van het heidense Saksen ten oosten van de IJssel, waar hij op een volksvergadering aan de Wezer de stamhoofden toespreekt. Dit kost hem bijna het leven. Veel vijandschap ontvangt hij. Deze stammen vallen het gekerstende gebied bij de IJssel binnen en verwoesten alles wat ze kunnen. Ook de Christelijke kerk te Deventer wordt verwoest. Lebuïnus moet vluchten naar zijn geliefde leermeester Gregorius. Maar toch mag hij weer terugkeren en de kerk in Deventer herbouwen. De grote kerk van Deventer heet nog steeds Lebuïnuskerk. Eeuwen later staat in deze gemeente de godzalige predikant Jacobus Revius, die ook in Deventer geboren is. Hij is de dichter van: `Het zijn de Joden niet, Heere Jezus, die U kruisten ... want dit is al geschied, helaas, om mijne zonden!