Waar jij mee zit: hoe kom ik nou werkelijk aan de echte en blijvende bekering?
Auteur: ds. W. Pieters
“Ik weet dat het mijn eigen schuld is als ik onbekeerd ben, maar hoe kom ik nou werkelijk aan echte en blijvende bekering?”
`Blijvende bekering' bestaat niet. Elke dag moeten we ons opnieuw tot God bekeren. Het is een veel voorkomend misverstand te menen, dat bekering iets is, wat je kunt krijgen en wat je vervolgens hebt. Omdat mensen de bekering zich zo voorstellen, wachten ze eindeloos op iets, wat ze zo nooit krijgen zullen. De Heilige Schrift is onze enige norm/maatstaf, als het gaat over de vraag `wat is nu eigenlijk bekering en hoe kom ik eraan?' In de Bijbel vinden we vele malen de oproep: bekeert u! Nergens vinden we de uitdrukking: ik ben nog onbekeerd. Als we onbekeerd zijn, betekent dat, dat we ons nog niet tot God hebben gewend, maar dat we nog steeds bezig zijn ons van hem af te wenden. Anders gezegd: je kunt de echte bekering ontvangen door je nu metterdaad tot God te bekeren. Ga met al je zonden tot de Heere en smeek Hem om Zijn genade. En als je Hem smeekt om Zijn heerlijke genade, wantrouw Hem dan niet. Hij is werkelijk bij machte jou te geven, wat je nodig hebt en wat je nu van Hem smeekt. Verder is Hij ook zeer gewillig om jou Zijn genade te geven. Je kunt ervan op aan, dat Hij je gebed zal verhoren, wanneer je je aan Hem overgeeft. Denk je dat ik het te ruim of te gemakkelijk stel? Lees dan eens Jezus' eigen woord in Marcus 11 vers 24.
Is bekering dan een werk van de mens? Is ze niet een gave van God? Ja. Op beide vragen antwoordt de Bijbel met `ja'. Het is enerzijds een gave van God, 100%. En het is anderzijds ook een werk van de mens, 100%.
Hoe zit dit dan? God zegt in II Koningen 23 vers 25 Zelf, dat koning Josia zich tot God bekeerd had. Jezus zegt in Mattheus 11 vers 21, dat Tyrus en Sidon zich bekeerd zouden hebben, als zij de wonderen hadden gezien, die Jezus deed. En in Mattheüs 12 vers 41 zegt Hij, dat de mannen van Ninevé zich bekeerd hebben.
Je kunt de echte bekering krijgen, door je nu tot God te wenden, door je nu aan Zijn voeten te leggen, door nu je zonden te belijden, door je nu daadwerkelijk te bekeren. De HEERE zegt in Zijn Woord, dat mensen zich hebben bekeerd. Verder zegt Hij, dat wij mensen ons moeten bekeren. En ook zegt Hij, dat we Hem mogen vragen om deze bekering. Als jij je hebt ingespannen om je te bekeren en je hebt er eerlijk je best voor gedaan om alle zonden uit je leven weg te doen ... en je hebt er op deze manier steeds duidelijker zicht op gekregen, dat het jou niet lukt om je hart erin mee te krijgen; dàn is het moment aangebroken om de Heere te vragen om bekering. Niet om een blijvende bekering, maar om een dagelijks terugkerende bekering. Zo eindigt de profeet Jeremia zijn Klaagliederen: "HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn."
En deze wonderlijke gave van de waarachtige bekering schenkt God uit louter genade aan een ieder, die Hem daar om vraagt. Dat belooft de Heere Jezus in Lucas 11 vers 13. Lees maar na en twijfel niet aan dit ware woord van Gods Eigen Zoon!
Nu kan het zijn, dat je denkt / zegt: maar ik heb al zo vaak om bekering gebeden en ik voel helemaal niet, dat ik het heb gekregen, dat God mijn gebed heeft verhoord. Ik begrijp dit heel goed, want jij denkt bij `bekering' aan een heel bijzondere ervaring, zodat je nu kunt zeggen: ik ben bekeerd. Daardoor houdt de duivel duizenden ernstig zoekende jongeren en ouderen in een grote onzekerheid. Het is zeker waar, dat we iets ervaren, wanneer we ons tot God bekeren. We voelen dan droefheid over de zonde en vreugde in God. Maar we voelen niet: ik ben bekeerd. Wie op dàt gevoel zit te wachten, vergist zich en blijft altijd wachten. Nee, het gevoel van leedwezen / verdriet over je vele zonden en het gevoel van vreugde in de Heere, dàt is de echte bekering.
Wat is eigenlijk `bekering'?
Van een lezer uit Nieuw-Zeeland kreeg ik toen een brief, waarin hij vroeg: maar wanneer je eenmaal die waarachtige bekering hebt ontvangen, dan blijft dat toch?!
Enerzijds is het waar: wie het ware geloof ontvangt, wie wedergeboren wordt, wie vergeving van zijn zonden krijgt, wie bekeerd wordt, die verliest dit alles nooit meer. Maar al is dit in zekere zin waar, toch moeten we anderzijds er ook nadruk op leggen, dat geloof een zaak is niet van één keer krijgen en altijd hebben, maar van dagelijks krijgen en dagelijks beoefenen. Zo is het ook in zekere zin met de vergeving der zonden: aan de ene kant ontvang je van God een complete kwijtschelding, die voor heel je leven in één keer voldoende is. Aan de andere kant moet je dagelijks met het Gebed des Heeren bidden: vergeef ons onze schulden.
Zo is het ook met de wedergeboorte. Iemand, die wedergeboren is, zal nooit meer wedergeboren hoeven te worden, maar toch kun je aan de andere kant ook zeggen, dat de genade van die nieuwe geboorte uit God een dagelijkse beleving is en een dagelijkse verwondering schenkt. Zo kun je ook zeggen ten aanzien van de bekering. Aan de ene kant is het zonder meer waar: wie eenmaal waarlijk door God tot God bekeerd is, die blijft dat zijn leven lang. Toch zegt Jezus in Lucas 22 vers 32 tot de bekeerde Petrus: “En gij, wanneer gij eens zult bekeerd zijn, versterk uw broeders.”
Dit laat ons zien, dat Petrus opnieuw bekeerd moest worden. Zo spreken we ook wel van een dagelijkse bekering. Daar bidt de bekeerde profeet Jeremia om in Klaagliederen 5 vers 21.
Het enige wat wij vanuit onszelf doen, is ons van de Heere afkeren, zoals David in Psalm 119 vers 176 belijdt: “Ik heb gedwaald als een verloren schaap.” En dan moeten we steeds weer opgezocht, terug gebracht en bekeerd worden...!
Is de bekering dan blijvend of niet? Ja en nee. In wezen van de zaak is de genade van God tot onze oprechte bekering een onverliesbare zaak. Paulus zegt in Romeinen 11 vers 29: “Want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk.”
En toch is bekering niet blijvend, alsof je nu rustig in slaap kunt vallen! Je moet je dagelijks bekeren tot de Heere! En je mag ook dagelijks smeken: `Bekeer Gij mij tot U!' Doe dat maar. Dat is beter, dan zomaar denken: ik ben er...