Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 Artikel 11 uitleg
Auteur: ds. W. Pieters
Hoofdstuk 3 van de Dordtse Leerregels gaat over de wedergeboorte van de mens door God en hoe deze plaatsvindt. In artikel 11 gaat het erover hoe deze tot stand komt:
Wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, of de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij het evangelie hun niet alleen uíterlijk doet prediken, en hun verstánd krachtig door de Heilige Geest verlicht, opdat zij de dingen die van de Geest van God zijn, recht zouden verstaan en onderscheiden…
Wanneer wij een zin beginnen met ‘niet alleen’, dan vraagt die zin om het vervolg: ‘maar ook’. Dat is ook in artikel 11 zo, al ga ik daar nu niet op in. Dat komt bij leven en welzijn in het juni-nummer. Wanneer we een zin beginnen met ‘niet alleen’, dan bedoelen we niet dat het genoemde er niet is of er niet toe doet, al is dat wat volgt, belangrijker. Het onder ‘niet alleen’ genoemde, is dus niet afwezig en ook niet onbelangrijk. Wat is dat dan? De prediking van het evangelie. Al is het duizend keer waar dat de uiterlijke prediking op zich niet genoeg is tot behoud, toch doet ze er wel degelijk toe. Al kan zelfs de krachtigste preek en de meest godzalige prediker geen wedergeboorte bij luisteraars of lezers bewerken, toch… die uiterlijke prediking! Waarom? Om de eenvoudige reden dat God ons door preken behoudt – door het geloof. We lezen in I Korinthiërs 1 vers 21:
Het heeft God behaagd door de prediking zalig te maken die geloven.
De prediking wordt in de bovenstaande tekst wel dwaasheid genoemd – maar toch door God gezegend! Er staat eigenlijk:
Het heeft God behaagd, door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven.
Let goed op: de preek en haar inhoud zijn niet dwaas, maar voor de wijze-in-eigen-oog is het dwaas om naar een preek te luisteren en zó op behoud te hopen... Als we beseffen wat een preek moet doen, namelijk dode zondaren levend maken en vijandigen tot de vrienden van God maken, dan zouden we ook denken: dit ís echt het meest ongeschikte middel… Maar het heeft God beháágd. Waarom? Net zoals Jezus bij de genezing van de blindgeborene in Johannes 9 modder in zijn ogen smeert – een totaal ongeschikt middel –, zo wil Hij krachteloze woorden van een mens gebruiken om satans rijk te overwinnen en jóuw ziel voor eeuwig te redden. Tot roem van Hém alleen!
Vorige keer dachten we na over het eerste deel van artikel 11 van het derde hoofdstuk van de Dordtse Leerregels, waarin het gaat over de uiterlijke middelen, en dat deze niet genoeg zijn om ons van geestelijk dode zondaren levend te maken. Daarom vervolgt dit artikel:
… maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen van de mens met de krachtige werking van die wederbarende Geest. Hij opent het hart dat gesloten is; Hij vermurwt (maakt zacht / maakt ontvankelijk) wat hard is; Hij besnijdt wat onbesneden is. In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden, en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die weerspannig was, gehoorzaam wordt. Hij beweegt en sterkt die wil zó, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
Wat is er toch een ontzaglijk werk van God nodig om één mens te behouden! God Zelf moet er aan te pas komen, en anders loopt alles dood. Dan komt er niets van terecht. Geen vader of moeder, ook geen predikant of apostel kon en kan een nakomeling van Adam redden van het verderf. Alleen de Heere! Laten we dit nooit vergeten. De Bijbel leert het ons duidelijk. Om maar één voorbeeld te geven. Ezechiël wordt door de Heere onderwezen hoe de geestelijke toestand van zijn volk Israël in zijn dagen was: een dal vol dorre doodsbeenderen, die ook nog eens verspreid liggen… Wat is nu nodig én voldoende? Dat de Heilige Geest het werk van de nieuwe geboorte ter hand neemt. Hij doet het wel door de uiterlijke prediking en allerlei andere middelen, zoals De Catechisant. Maar alleen door Zijn onweerstaanbare almacht komt een nieuw leven, komt geestelijke kennis van God en de Middelaar in ons tot stand. Al ons verzet breekt Hij; en wel op de meest lieflijke manier. Hij weet raad met wat hard is: Hij vermurwt het onvermurwbare hart. Wat word je dan week… Dan kun je alleen maar huilen onder een preek waarin de liefde van Christus wordt uitgetekend. Nee, dat is niet emotioneel of sentimenteel, maar het gebeurt door de week makende kracht van de Heilige Geest… Hoe zacht of hoe hard ben jij (en ben ik)?
Vervolgens gaat dat nieuwe leven, zoals ook in de natuur, groeien en bloeien, vruchten dragen. Dat komt (al weer: net als in de natuur) niet voort uit het plantje (het nieuwe hart), maar uit God! Nog een vraag: welke goede vruchten heeft mijn leven al voortgebracht?