Hoe moet ik omgaan met film
Auteur: ds. W. Pieters
In 1895 werd, in Parijs, de eerste film ontwikkeld en getoond. De film bestaat uit het snel nemen van veel foto’s en die ook snel afdraaien, zodat het net lijkt of de persoon beweegt. In de tijd van de Bijbel bestonden er geen films, net zomin als foto’s. Technisch gezien is de film niets anders dan een serie foto’s. Wie niet principieel tegen foto’s is, zal waarschijnlijk ook niet principieel tegen film zijn.
Tenzij… Ja, wat kan er nu voor een tenzij volgen? Technisch niets, maar als het gaat over het doel waarmee de film wordt gemaakt en getoond, dan rijzen er mogelijk meer bezwaren dan tegen foto’s op zich. Wat blijkt namelijk? Dat films worden gebruikt als middel tot amusement. Hoewel de uitvinders van de film serieuze bedoelingen hadden, zagen anderen heel gauw in dat je de film ook en vooral kon gebruiken tot vermaak. En daarmee hebben we een belangrijk bijproduct van de film te pakken. Als amusement er niet mee aan de haal was gegaan, was de film voor ons een neutraal iets gebleven. Nu is het bij uitzondering dat iets echt neutraal gebruikt wordt, maar toch is er wel verschil. Neem de boekdrukkunst. Deze kun je goed of slecht gebruiken, maar de boekdrukkunst op zich is neutraal. De film ook wel, maar in de praktijk blijkt dat er bar weinig goede toepassingen van de film worden gemaakt.
De filmindustrie is grotendeels in handen van de wereld, die met Gods geboden geen rekening houdt en zich niet veel aantrekt van fatsoen en andere normen. In de loop van de jaren is het filmgebeuren dan ook een hellend vlak gebleken. Niet alleen gingen filmmakers steeds verder om aan de vraag naar zondig amusement te voldoen, maar ook filmkijkers kregen een steeds ruimer geweten. Wat de eerste keer nog een overtuiging in het geweten geeft: dit is tegen Gods geboden; zal de volgende keren minder en minder waarschuwingssignalen afgeven. Neem nu erotisch getinte beelden. De eerste keer dat je die ziet, weet je wel dat het niet mag, maar als je eraan went, ga je het minder erg vinden. En een volgende generatie gaat op dat spoor verder: wat de generatie van jullie grootouders schokkend of schandelijk vonden, vindt jullie generatie lang niet meer zo schokkend of schandelijk. Film als communicatiemiddel is heel wat anders. En dan denk ik aan een video opname van een bruiloft. Ook kan de film onderwijzend worden gebruikt, om aanschouwelijk te maken en zo een stuk duidelijker te maken, wat anders mondeling uitgelegd moet worden. In de laatste twee gevallen is de film niet op voorhand af te keuren. Verder is er de speelfilm. Het woord ‘film’ op zich zegt nog niets over de inhoud, is het een documentaire of een gespeeld iets. Maar de speelfilm is zo overheersend, dat alleen al het woord ‘film’ doet denken aan de speelfilm. Is daar iets op tegen? Ja, hetzelfde als tegen toneel (en dan in verhevigde mate). Wanneer we tijd van leven krijgen en het woord ‘toneel’ is alfabetisch aan de orde, ga ik daar nader op in. Nu laat ik het erbij met jullie te wijzen op een heel duidelijk boekje hierover van ds. C.J. Meeuse: Schijn bedriegt, Een christelijke visie op toneelspel en speelfilm.
De documentaire, hoe moeten we daarover denken en mee omgaan? Door omstandigheden heb ik onlangs een documentaire gezien over Staphorst. De filmmaker heeft, zo verzekerde hij mij, niemand laten spelen, alles was opname van reële gebeurtenissen. Verder had hij de bedoeling om het geestelijke klimaat van de dorpsgemeenschap van Staphorst eerlijk weer te geven. Hij was aanwezig bij een gemeenteraadsvergadering, waarbij de SGP-vertegenwoordiger aan het woord kwam en de tegenpartijen. Hij had een gesprek met ds. De Jong en met mensen van de kerk. Alles bij elkaar genomen een tamelijk goede weergave van wat er in Staphorst omgaat en hoe dingen daar toegaan. Toch voel ik me er niet lekker bij. De filmmaker is heel machtig: hij bepaalt wie er te zien is en aan het woord komt. Hij bepaalt waarover het gaat. Hij kan met achtergrondmuziek (die uit geen enkele film meer weg te denken is) de sfeer positief én negatief beïnvloeden. Hij selecteert. En omdat visueel, gecombineerd met geluid, veel sterker is dan auditief (wat je ziet en hoort maakt duidelijk meer indruk en blijft langer hangen, dan wat je alleen maar hoort), daarom is de verantwoordelijkheid van een filmmaker, ook een documentairemaker groot. Zo’n persoon dient godvrezend te zijn…
Wanneer een documentaire eerlijk is (al is dat voor jou en mij als leek buitengewoon moeilijk te bepalen) en niet gaat over die zonden die je tot zondige verlangens prikkelen, is het niet Bijbels te verdedigen om te op voorhand te verbieden. Toch wil ik je deze raad geven: houd je er zover mogelijk van af. Het is niet altijd mogelijk, maar als het wel mogelijk is, zoek het medium film niet. Er dreigen meer gevaren van scènes, manipulaties en sfeermakerijen dan wij ons bewust zijn. Gaat het over iets neutraals zoals het verschepen van een Boeing 747 van Schiphol naar Lelystad (in Aviodrome), OK, maar verder…: wees voorzichtig en waakzaam – wat je alleen kunt zijn in de vreze des HEEREN!