Verantwoording van C.J. Meeuse betreffende zijn psalmberijming
Auteur: Ds. C.J. Meeuse
De Psalmberijming van Ds. Meeuse
Verantwoording
De psalmen zijn onder oprechte christenen de meest geliefde liederen om te zingen. God legt ons de woorden in de mond als we ze zingen, alsof Hij Zelf in ons zingt om Zijn glorie te verhogen, zo merkte Calvijn op, en zo wordt het ook ervaren door iedereen die er kracht uit krijgt.
Hoewel de psalmen onberijmd in onze Bijbel staan, in de grondtekst zien we dat God de dichters gaven gegeven heeft om ze in een kunstzinnige vorm weer te geven, geschikt voor onder andere de tempelzang. Ook in onze taal zijn er vanaf de tijd van de Reformatie veel berijmingen gemaakt om de psalmen geschikt te maken voor het zingen, in de kerkdiensten, maar ook op gezelschappen en in de huisgezinnen. De berijmde psalmen worden niet alleen gezongen; zij worden ook vaak geciteerd. Een berijming bevordert het onthouden. en ook zo wordt de boodschap doorgegeven.
In de loop der tijden zijn er veel psalmberijmingen gemaakt. sommige zijn door het gebruik in kerkdiensten heel bekend en daardoor heel geliefd geworden, zoals de berijming van Petrus Datheen. Het heeft in veel plaatsen veel moeite gekost om haar te vervangen door de berijming van 1773. boetes en gevangenisstraffen moesten helpen mensen ertoe te dwingen, want velen hielden hun voorkeur voor de zogenaamde 'oude rijm'. Nog zijn er gemeenten waar deze gezongen wordt.
De moeite die veel mensen hadden met de berijming van 1773 had niet altijd dezelfde oorzaak. Er zijn allerlei argumenten gebruikt, die ik hier niet allemaal zal noemen. Een paar belangrijke argumenten zijn:
- De bekendheid met de berijming van Datheen; als je de verzen van deze berijming van je jeugd af gezongen hebt en veel verzen uit het hoofd kent, dan wil je die verzen vasthouden. Vooral als de tekst ervan in je leven is gebruikt en je hart erdoor is geraakt, is er liefde tot zo'n berijming.
- De bevindelijke verwoording van veel psalmen. Veel van Gods kinderen herkenden de beleving van hun hart in de verzen van Datheen. Daarbij wist men dat ze gedicht waren in een tijd van vervolgingen en dat ze tot op de brandstapels zijn gezongen.
- De berijming van 1773 is samengesteld uit verschillende berijmingen. Regelmatig klinkt in de verzen het verlichtingsdenken door in de plaats die 'de deugd' innam, zoals in de berijming van Psalm 1 vers 4, waar gezongen wordt over Gods genade voor hen die 'met vaste gang het pad der deugd betreden. Een heel bekend voorbeeld is ook Psalm 58 vers 8: 'Gewis, de deugd geniet haar vrucht.' Dit is in strijd met de Bijbeltekst. Ook het gebruik van de naam 'Opperwezen' voor God vonden sommigen onacceptabel.
- Het was niet alleen het verlichtingsdenken. in sommige verzen klinkt het remonstrantisme door. in de Lofzang van Zacharias staat bijvoorbeeld in de onberijmde tekst dat God door de innerlijke bewegingen van Zijn barmhartigheid ons heeft bezocht met de Opgang uit de hoogte. Dit is in de berijmde tekst weergegeven door de woorden 'die met ons lot bewogen'. Niet een deugd van God is hierin drijfveer van Zijn handelen, maar een oorzaak buiten Hem schijnt Hem tot barmhartigheid te bewegen.
- Voor de berijming van 1773 is de afspraak gemaakt dat de naam 'Heere' of 'Heere' bij voorkeur niet gebruikt zou worden. Het moest altijd 'Heer' worden. Daarom zingen we 'Heer, ai maak mij Uwe wegen...' en niet: 'Heere, maak mij Uwe wegen...' in sommige uitgaven is er nu consequent een komma achter gezet, maar dit is niet in overeenstemming met wat men in 1773 wilde.
Ook wat betreft de berijming van Datheen kan een aantal bezwaren niet ontkend worden. Zijn berijming is eigenlijk een vertaling van de Franse psalmberijming, de Geneefse psalmen. Hijvertaalde tamelijk letterlijk, wat in veel gevallen voor onnatuurlijk taalgebruik zorgde. De botsingen tussen de tekst van zijn verzen en de melodie waarop ze gezongen moesten worden, zijn ook bekend. Zelf vroeg hij al aan de zangers om wat toegeeflijkheid voor stijl en klemtoon in zijn verzen. Voor onze tijd zijn de verwoordingen in veel psalmen uit Datheens berijming onbegrijpelijk en onze kinderen weten er geen raad mee.
Er zijn mogelijkheden geweest om de toch wat gebrekkige berijming van Datheen te vervangen, zoals door die van Marnix van Sint-Aldegonde. Zijn berijming was kunstiger; het was óók een geestelijk rijke berijming, uit de grondtaal. Marnix gebruikte evenwel de in onbruik rakende 'du'-vorm voor de tweede persoon, ook voor God; verder raakte zijn literair taalgebruik algauw verouderd. Ook de herdichting van Datheen door Revius is nooit in aanmerking gekomen om Datheens berijming te vervangen. Pas in 1773 werd door de Staten-Generaal een nieuwe psalmberijming ingevoerd.
De berijming van 1773 werd door veel kerkleden als een grote verbetering ervaren. Anderen hielden vast aan 'de oude rijm' en benadrukten de inhoudelijke veranderingen. Toch is ook de berijming van 1773 bij veel mensen bijzonder geliefd geworden en dat is te begrijpen. Niemand mag ontkennen dat God deze berijming gebruikt heeft om het geloofsleven van Zijn kinderen te onderhouden en te versterken. Je krijgt liefde voor een psalmvers als daarinje beleving vertolkt wordt, of als God zo'n vers gebruikt om onderwijs, leiding of troost te geven. Als je van jongs af de psalmen kent en ze een deel van je geestelijk leven geworden zijn, dan wil je zulke psalmverzen niet kwijt. Dat is ook de ervaring van de dichter van de verzen die u nu in handen hebt. Hij wil ze ook niet kwijt, zingt eruit, leeft erbij en citeert ze in zijn preken. Laat niemand denken dat hier een poging gedaan wordt iemand zijn geliefde psalmverzen te ontnemen.
Waarom dan deze psalmberijming? Ze is ontstaan uit liefde tot de bijbelse psalmen en uit een begeerte zo zuiver mogelijk te vertolken welke boodschap daarin te vinden is. Toen ik de berijming van Marnix in bezit kreeg, heeft de zeggingskracht ervan me bijzonder aangesproken. Omdat ze voor velen in onze tijd te moeilijk is, begon ik vijfendertig jaar geleden met een herdichting ervan, mede met het oog op bepaalde bezwaren tegen de berijming van 1773. Al snel werd me duidelijk dat ik hierbij veel spreekwijzen van Marnix niet meer kon gebruiken. Dan gebruikte ik de bijbeltekst van de statenvertaling, met de kanttekeningen, en de Hebreeuwse tekst, die Mar-nix ook gebruikte. De statenvertaling was in zijn dagen nog niet gereed; die heeft hij niet gebruikt. Het kwam erop neer dat ik de verzen van Marnix gebruikt heb voor zover dat mogelijk was; daarbij heb ik regelmatig - niet altijd - zijn rijmschema's gebruikt; ook heb ik het rijm soms laten doorlopen in een volgend vers, wat Marnix ook wel deed. Het is niet goed te spreken van een herdichting van Marnix' psalmberijming; ik moet volstaan met te vermelden dat ik zijn berijming zoveel mogelijk gebruikte. Wat de namen van God betreft, net als in onze statenbijbel heb ik gebruikgemaakt van de namen Heere en Heere. in het eerste geval betreft het de grote Naam van de 'Ik zal zijn die Ik zijn zal'. in het tweede geval gaat het over de bijbelse Naam van God als schepper en Bezitter van alle dingen. ik heb dus afstand genomen van de naam 'Heer', of 'Heer', die we in onze reformatorische kerken in onze tijd ook niet gebruiken.
Wat betreft het gebruik van deze psalmberijming: ik hoop dat ze allereerst dienen zal om het zingen van de psalmen weer tot een goede gewoonte te maken. 'Eenmaal zingen is tweemaal bidden', zei Augustinus. Luther raadde het zingen van een psalmvers aan met name ook als de duivel je de baas wil spelen. Hij gaat ervoor op de vlucht. God zal het zingen van de psalmen gebruiken om Zijn Woord niet alleen in onze mond te leggen, maar Hij zal het ook in zondaarsharten leggen, tot eer van Zijn Naam. Dit hoop ik allermeest. Deze psalmbundel is in de eerste plaats bedoeld voor huiselijk gebruik, voor gebruik op zangverenigingen en voor psalmzangavonden. Het zou in strijd zijn met de bedoeling van deze psalmberijming als er een onheilige twist over zou ontstaan.
Laat in onze gezinnen, op onze verenigingen en op onze scholen de psalmen niet verdrongen worden door andere liederen, zeker niet als die doordrenkt zijn van remonstrantisme. Goede geestelijke liederen zijn bijzonder waardevol. Laat die gezongen worden, maar geef de psalmen de eerste plaats. Want dan zingen we wat God ons in de mond legt. En in het hart. Hij Zelf zegene daartoe dit werk.
Goes, 30 augustus 2011
CJM - SOLI DEO GLORIA!
Kijk ook bij de recensie van deze berijming.