Orthopraxie - 8
Auteur: ds. W. Pieters
In de Bergrede zet Gods Zoon uiteen wat de grondwet is voor alle onderdanen van Zijn Koninkrijk. Ze hebben diep respect voor Gods Wet. Ze willen er volkomen naar leven; niet om de zaligheid te verdienen, maar om God te verheerlijken.
In Mattheüs 5 legt de Zaligmaker de Wet uit. In hoofdstuk 6 lezen we verder allerlei zaken die te maken hebben met de praktijk van het Christen-leven. Het eerste is dat we moeten opletten hoe we aalmoezen geven. Het woord "aalmoes" komt van het Griekse woord "eleèmosune", dat een afleiding is van het woord "eleos". We kennen misschien allemaal stichting Eleos wel. Die heeft haar naam ook hier vandaan. Wat betekent "eleos"? Medelijden beoefenen, zich medelijdend tonen. Anders gezegd: vriendelijkheid of goedheid jegens een ongelukkige en bedroefde, met het verlangen hem te helpen.
Een aalmoes is dan een gave vanuit die gezindheid. Van Tabitha of Dorkas lezen we dat ze vol was van goede werken die zij deed, en van aalmoezen. Ze gaf dus graag. Dit is een kenmerk van geloof.
God houdt precies bij hoeveel barmhartigheidsgaven wij geven. In Handelingen 10 lezen we over de Romeinse legerofficier Cornelius, dat hij godzalig was en godvrezend. Niet hij alleen, maar heel zijn huisgezin. Verder dat hij veel aalmoezen aan het volk Israël deed, en dat hij God onophoudelijk bad. Nu, dit bidden vinden wij wel belangrijk, maar het geven van zoveel geld (of in natura) aan arme naasten, is dat ook belangrijk? Volgens de engel die naar Cornelius wordt gestuurd, wel. Lees maar in vers 4. De engel zegt tot deze vrome hoofdman:
"Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God."
Wat zegt nu de Heere Jezus over het geven van aalmoezen? Dat we deze niet moeten geven met de bedoeling dat mensen het zouden zien en ons daarvoor zouden prijzen.
Geef gerust veel weg, maar laat niemand het te weten komen. Als het jouw bedoeling is dat mensen je prijzen, dan ben je een toneelspeler (geveinsde / hypocriet). Dan krijg je die lof misschien wel - en daar gaat het je ook om -, maar meer niet. Terwijl in het tegenovergestelde geval, wanneer je je barmhartigheidsgiften geeft zonder dat iemand het te weten komt, dan krijg je de goedkeuring van je hemelse, alwetende Vader, en dan zal Hij je belonen. Hij zal het je op de grote dag van het laatste oordeel openlijk voor alle mensen vergelden.
Deze beloning is natuurlijk niet het doel waarom je aalmoezen geeft, en je verdient met aalmoezen geven ook niets, maar toch: als je uit liefde tot je hulpbehoevende naaste geeft, zal God dat niet onbeloond laten.
Lees maar Hebreeën 6 vers 10:
"God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en de arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en nog dient."
De Bijbel heeft het heel wat keren over loon en beloning. Omdat de roomse kerk daar zo'n verkeerde uitleg van heeft gegeven, zijn wij van de weersomstuit geneigd om alle gedachte aan loon en beloning te verdringen. De Bijbel weet niets van verdiensten, récht op beloning; maar de Bijbel heeft heel wat te zeggen over beloningen die onverdiend worden geschonken, uit genade dus.
Wat is de inhoud van die beloning? Het staat er meestal niet bij. Maar in Genesis 15 vers 1 lezen we dat de HEERE tot Abram in een visioen zegt, dat Abram niet hoeft te vrezen, omdat Hij voor hem een Schild is en een zeer groot Loon. Wat houdt dit in? Dat we de volle welgelukzaligheid in God en bij Hem zullen genieten. Meer hebben we niet nodig!
De Heere Jezus vertelt in dit onderwijs van Mattheüs 6 ook hoe men zich ten aanzien van het gebed moet gedragen. Hoewel openbaar gebed niet verkeerd is, moeten we nooit vergeten dat het zwaartepunt ligt bij het persoonlijke gebed, in het verborgene. We lezen hier dat we een binnenkamer moeten hebben en dat we daar moeten bidden, nadat we de deur op slot gedaan hebben. Dus geen show!
Misschien denkt iemand: maar is dit niet in strijd met wat de Heere Jezus in het vorige hoofdstuk had gezegd in vers 16, namelijk dat we ons licht juist voor de mensen moeten laten schijnen zodat zij onze goede werken zullen zien ...? Nu zegt Hij: laat niemand zien wanneer je iets goeds doet ...
Het is niet tegenstrijdig. In dit hoofdstuk gaat Jezus in op de situatie dat iemand zelf geprezen wil worden, terwijl het in het vorige hoofdstuk er nadrukkelijk om te doen is dat de mensen God ervoor zullen prijzen.
Hoe moet je dat nu in praktijk brengen? Verberg die goede werken die jou glorie aanbrengen; toon die goede werken die God eren. Of anders gezegd: voel je de neiging om een goed werk te etaleren? Houd het dan verborgen tussen God en jou. Voel je daarentegen op sommige momenten de neiging om iets te verbergen, bijvoorbeeld dat je Christen bent, laat het dan gerust openbaar komen!
ORTHOPRAXIE
Na het "Onze Vader" legt Jezus nog een klein stukje ervan uit. Het is uit de vijfde bede, waar we vragen: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
Onze Heere maakt duidelijk dat we op geen vergeving kunnen rekenen tenzij we zelf vergevingsgezind zijn. Nee, de volmaaktheid bereiken we niet. Maar de oprechtheid werkt Gods wederbarende Heilige Geest wel in het hart van allen die God als hun Vader leren kennen en gehoorzamen, liefhebben en vertrouwen.
Vervolgens krijgen wij les in hoe we ons voor de mensen moeten gedragen. Twee mogelijkheden: we maken van onze godsdienst een show, een vertoning; of we dienen God in stilte, zonder het onnodig aan iedereen te laten zien. Anders gezegd: of we voeren toneelspel op, waarbij we doen alsof we God dienen, maar eigenlijk volledig zijn gericht op onszelf - om geëerd te worden door de toeschouwers; of we zijn innerlijk geconcentreerd op God, en daar heeft verder niemand wat mee te maken.
Wat Jezus in dit verband zegt, Mattheüs 6 vers 16-18, houdt Zijn onderwijs in hoofdstuk 5 in evenwicht. Begrijp me goed, ik veronderstel ook nog voor geen duizendste gedeelte dat het onderwijs van onze Heere en Zaligmaker niet evenwichtig zou zijn. Maar ik veronderstel wel, en ik weet ook zeker, dat wij mensen, zonder enige uitzondering, vanuit onszelf ertoe geneigd zijn om Zijn onderwijs te vereenzijdigen, uit het verband te rukken en zo scheef te trekken. In hoofdstuk 5 zegt Hij dat we ons licht voor de mensen moeten laten schijnen zodat zij onze goede werken zien en onze Vader in de hemel verheerlijken / prijzen.
Hoe moet dat precies? Moet ik dan mijn innerlijkste dienst aan God op straat leggen? Moet ik dan aan iedereen vertellen hoeveel uur ik per dag in de Bijbel lees, op mijn knieën lig, en hoeveel procent ik van mijn netto inkomen aan goede doelen geef?
Nee, dat moeten we niet, al hoef jij je er niet voor te schamen, wanneer iemand jou uitdrukkelijk vraagt: "Lees jij dan elke dag uit de Bijbel?" Wat is nu het juiste evenwicht? Dat we in alles erop gericht zijn - en God kijkt in je hart - om God te verheerlijken, en om niet zelf te worden geprezen. Op het moment dat mensen ons prijzen, is het fout. Op het moment dat we het erom doen dat mensen ons prijzen, is het toneelspel. Leven we innerlijk en uiterlijk als Christen, opdat onze naasten worden gebracht tot Christus ..., dan doen we het goed. Nu ja, wat is goed? Ik bedoel niet dat wij heimelijk onszelf nu moeten / mogen gaan prijzen dat we het zo "goed doen", maar dat we alles aan God toeschrijven - want Hij schenkt het ons, elke dag!
Het laatste deel van hoofdstuk 6 gaat over geld. Een belangrijk thema. Geld speelt een grote rol. De vraag is nu niet of jij veel geld hebt, of niet, maar of jij veel geld WILT hebben, of juist niet.
Dit gedeelte is uitermate belangrijk, en daarom ga ik er - Deo volente - wat uitgebreider op in.
In vers 19 lezen we:
"Vergadert u geen schatten op de aarde, waar de mot en de roest ze verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen."
Schatten vergaderen, geld sparen, een kapitaaltje proberen bijeen te krijgen, een collectie mooie / dure / waardevolle voorwerpen bijeenbrengen. Jezus zegt: niet doen! Het is niet zinvol. Waarom niet? Omdat er mot en roest is. Deze beschadigen al dat mooie. Verder zijn er dieven. Die breken in en stelen. En Jezus zegt niet: zorg voor een goede beveiliging of een goede verzekering, maar Hij zegt: breng nu toch niet zoveel moois bijeen, spaar toch niet zoveel geld!
Wat dan?
Dat staat in het volgende vers:
"Maar vergadert u schatten in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar de dieven niet doorgraven of stelen."
Als je dan toch wilt sparen, doe het dan goed! Spaar dan in de hemel! Beleg je geld in de beste investeringsmaatschappij: de hemel.
Wat bedoelt de Heere Jezus met de uitdrukking "schatten vergaderen in de hemel"? Het is een joodse uitdrukking, in die dagen goed bekend, waarmee men aangaf: geef geld aan noodlijdenden, armen, behoeftigen, gebrekkigen, hongerigen.
Geld geven aan armen? Ja, dat is de beste geldbelegging! Dat wordt namelijk bij de Hemelse Bank op jouw saldo bijgeschreven, + 100% rente.
Geld en goed kunnen je bar in beslag nemen. Je hart of gedachten worden steeds weer getrokken naar "je schat", waar jij veel waarde aan hecht. Hecht je veel waarde aan "oude meesters", dan maakt het je hart vol, en maakt het je portemonnee leeg. Voor armen, voor Gods Koninkrijk en kerk, is geen geld over - want je wilt graag dat of dat schilderij aanschaffen.
Nu heb ik bewust als voorbeeld "oude meesters" gebruikt, omdat waarschijnlijk amper ene lezer daaraan verslingerd zal zijn. Maar vul jij nu eens voor jezelf in, waaraan jij dan wel je geld spendeert en je hart verpandt ...