Vrucht van de Heilige Geest: Goedertierenheid
Auteur: ds. W. Pieters
We hebben nu vier keer nagedacht over de negenvoudige vrucht van de Heilige Geest, zoals Paulus die noemt in Galaten 5 vers 22. Daar lezen we:
“De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.”
Deze vijfde keer gaat het over goedertierenheid. In het Oudnederlands betekent het woord goedaardigheid. Iemand heet goedertieren, wanneer hij goedaardig is. Goed van aard, van karakter. Wij gebruiken het woord zo niet meer.
In het Grieks staat een woord (chrestotes) dat iets betekent als vriendelijkheid. Vriendelijkheid rangschikt Paulus onder de vruchten / gaven van de Heilige Geest. Wij zijn dus vanuit onszelf niet zo vriendelijk.
Kijk eens na.
Onlangs las ik de volgende vraag: vinden uw buren het moeilijk om van u te houden?
Christenen zijn vriendelijke mensen. Allemaal? Ja, tenminste als je Paulus mag geloven in wat hij schrijft aan de christenen in Galatië. Hij bedoelt immers niet dat vriendelijkheid (goedertierenheid) een optie is. Zo van: het kan zijn dat de Heilige Geest bij christenen dit werkt, maar het kan ook zijn dat Hij het niet werkt. Hij bedoelt al evenmin dat de ene christen ervoor kiest om het wel te ontvangen en de andere niet; of dat de aanleg en karakterstructuur van de ene er zich wel toe leent, terwijl die van andere christenen er een blokkade voor vormt. Nou ja, er is wel verschil in natuur en aard van mensen. Sommige zijn (wat we wel noemen) gereserveerd, en anderen heel joviaal. Maar beide karakters, wanneer ze eenmaal door God tot God zijn bekeerd, ontvangen de negenvoudige vrucht van de Heilige Geest, waarin ook deze vriendelijkheid.
Wat houdt deze vriendelijkheid / goedertierenheid precies in? Wij weten het wel, maar het is, dunkt me, niet overbodig of onnodig om in de Schrift even te kijken hoe deze deugd zich ontwikkelt of uit. In het Nieuwe Testament vinden we onder andere de volgende voorbeelden.
De eerste keer is in Mattheüs 11 vers 30, waar Jezus zegt:
“Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.”
Het gaat over “zacht”. Bij dit Griekse woord (chrestos) schrijft een woordenboek: mild, aangenaam (als tegengesteld tot hard, scherp, bitter).
Een tweede voorbeeld is Lukas 6 vers 35, waar Jezus zegt:
“Hebt uw vijanden lief, en doet goed, en leent uit, zonder iets terug te hopen; en uw loon zal groot zijn, en gij zult kinderen van de Allerhoogste zijn; want Hij is goedertieren over de ondankbaren en bozen.”
Wat blijkt? God is het hoogste Voorbeeld van hoe vriendelijk christenen zijn…
Zo ook de laatste keer dat we deze woordgroep in het Nieuwe Testament tegenkomen, namelijk in I Petrus 2 vers 3. In het vorige vers schrijft de apostel over de geestelijke honger en dorst naar Heere Jezus, en dan vervolgt hij:
“Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is.”
Dat kun je dus proeven, met je geestelijke smaakorgaan.
Nu over goedertieren mensen… Job is een voorbeeld van zo’n vriendelijke man. In hoofdstuk 31 zegt hij dat hij vreselijke rampen en straffen verdiend zou hebben als hij niet oprecht en godzalig was geweest. Eén van de voorbeelden hiervan vinden we in zijn vriendelijkheid. Vrij weergegeven komt het hierop neer dat hij zegt: als ik blij ben geweest over het ongeluk en de tegenslagen van mijn vijand (maar het is een feit dat ik nooit heb gezondigd door iemand te vervloeken); als één van mijn dienaren ooit honger heeft geleden (ik heb echter nooit een vreemde bij de deur weggestuurd, maar altijd iedereen met open armen ontvangen); dan ben ik het waard te worden gestraft.
Des te meer wij op Christus gaan lijken, door de pijnlijke weg van de kruisiging van onze oude mens, des te vriendelijker wij worden. Des te makkelijker onze buren het dus vinden om van ons te houden.
Hoewel we vriendelijk zijn niet moeten verwarren met soft zijn, een zachtgekookt eitje. Wanneer het gaat over onrecht of oneerlijkheid, zijn we absoluut niet vriendelijk; maar gaat het over onze eigen eer of voordeel, dan blijven we onder grote beledigingen enz. tóch vriendelijk…
Je mag om deze vrucht bidden. Liefde, geloof en het gevoel van de vrede met God stuwen je dan dágelijks tot deze goedertieren / vriendelijke houding.
Beleef je iets van je walgelijkheid voor God, dan krijg je het makkelijk om vriendelijk voor je naaste te zijn. Vergelijk maar Efeziërs 2 vers 7 met 4 vers 32: “Opdat Hij zou betonen de uitnemende rijkdom van Zijn … goedertierenheid over ons in Christus Jezus.” & “Wees jegens elkaar goedertieren, barmhartig, elkaar vergevende, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.”