Bijbelse Theologie over de Psalmen
Auteur: ds. P. de Vries
Een module bijbelse theologie over de Psalmen
Deel 2
De Psalmen: de Bijbel in het klein
de christologie van de Psalmen
De Psalmen zijn meer dan eens de Bijbel in het klein genoemd. Alle belangrijke bijbelse en oudtestamentische thema’s vinden wij terug in de Psalmen. Dan moeten we denken aan de schepping, de uittocht uit Egypte, de Messiasverwachting, de verkiezing van Sion en het verlangen naar Sion, Gods verbond met Abraham en niet te vergeten het onderscheid tussen rechtvaardigen en goddelozen. Niet toevallig is dat het boek Psalmen opent met een Psalm waarin dat laatste thema centraal staat. De tweede Psalm is een zogenaamde koningspsalm. Koningspsalmen hebben heel in het bijzonder een messiaans karakter en dat geldt zeker ook van Psalm 2.
Juist vanwege het messiaanse karakter is het boek van de Psalmen samen met Jesaja het meest geciteerde oudtestamentische Bijbelboek in het Nieuwe Testament. De christelijke Kerk heeft vanouds zeven Psalmen als messiaans aangewezen. Echter, in het Nieuwe Testament zelf wordt elke Psalm messiaans geïnterpreteerd. Dat geldt niet alleen Psalm 2 of Psalm 110 (het meest geciteerde oudtestamentische Schriftgedeelte in het Nieuwe Testament) maar ook voor Psalmen die de Vroege Kerk niet als messiaans heeft getypeerd. Te denken valt aan Psalm 42; een Psalm waarop de Heere Jezus Zelf zinspeelde toen Hij in de hof van Gethsemané klaagde dat zijn ziel geheel bedroefd was tot de dood toe. Ik noem ook Psalm 69:10a wordt in het kader van de tempelreiniging op Christus toegepast. ‘En Zijn discipelen werden indachtig, dat er geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verslonden’ (Joh. 2:17). Wanneer we in Johannes 15:25 lezen ‘Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat’ wordt gezinspeeld op Psalm 69:10b ‘en de smaadheden dergenen, die U smaden, zijn op mij gevallen.’
De Vroege Kerk gebruikte hier het begrip ‘prosopopoeia’. In de persoon die spreekt, is een andere persoon aan het woord. Het gaat er bij de Psalmen om dat in de persoon van de psalmist Christus aan het woord is. Wie de Psalmen zo leest, ziet niet alleen de koningspsalmen als messiaans, maar kan plaatsen waarom juist ook de Psalmen waarin over het lijden en de vervolging van David/de psalmist wordt gesproken een messiaanse betekenis hebben. De gang van David is een voorafschaduwing van de gang van Zijn grote Zoon en de gang van Davids grote Zoon is weer de gang van al de Zijnen, namelijk door lijden tot heerlijkheid.
Hier achter ligt het bijbelse begrip dat er een diepe eenheid is tussen God en Zijn volk dan wel Christus en Zijn gemeente. In Zijn gemeente is Christus Zelf aanwezig. Dat geldt niet alleen voor de nieuwtestamentische gemeente maar ook voor de oudtestamentische gemeente. Hier is het begrip typologie van belang. Als in het spoor van het Nieuwe Testament de christelijke Kerk het Oude Testament typologisch leest, gaat het om meer dan men heenwijzingen van Christus ziet in oudtestamentische personen, gebeurtenissen en instellingen. In de tweede eeuw schreef Melito, bisschop van Sardis in zijn paaspreek dat de Heere Jezus Christus is in Abel is vermoord, in Isaak gebonden, in Jakob verbannen, in Jozef verkocht, in Mozes buiten gelegd, in het lam geslacht, in David vervolgd en in de profeten verguisd. Christus was was werkelijk door Zijn Geest in hen aanwezig. Dat verklaart ook dat het bij meerdere Psalmen niet zo eenvoudig is om uit te maken of zij nu profetisch of typologisch moeten worden gelezen. Ik wijs op Psalm 72.
Als wij met de Vroege Kerk en met mannen als Luther, Kolhbrugge en Bonhoeffer alle Psalmen vanuit Christus gelezen, gaan wij in het spoor van het Nieuwe Testament. Ook in de wijze waarop het Nieuwe Testament met het Oude Testament omgaat, behoort de Bijbel voor ons normatief.
Jeruzalem in de Psalmen
In de Psalmen heeft Jeruzalem met het heiligdom van God een grote plaats. De psalmisten verlangden naar Jeruzalem. Niet alleen omdat daar de vorst uit het huis van David zetelde, maar vooral omdat daar de ark van het verbond en later de tempel was. Ook hier is het begrip typologie weer van belang. De Heere Jezus heeft gezegd dat Hij meer is dan de tempel. Zoals de oudtestamentische vromen verlangden naar het heiligdom zo verlangen de gelovigen van de nieuwe bedeling naar gemeenschap met God door Christus.
Het verlangen naar het heiligdom mag onder de nieuwe bedeling ook betrokken worden op het verlangen naar de samenkomsten van de gemeente waar de Heere Jezus Christus door Zijn Geest op een bijzondere wijze aanwezig. Bovenal mogen we het verlangen naar het heiligdom betrekken op het uitzien naar de nederdaling van het nieuwe Jeruzalem uit de hemel. Een stad die geen tempel nodig heeft, omdat God en het Lam Zelf haar tempel zijn.
De literaire schoonheid van de Psalmen
Wij lezen en onderzoeken de Bijbel allereerst vanwege haar inhoud. De Bijbel is echter ook een boek van literaire schoonheid. Dat geldt zeker de dichterlijke gedeelten van de Bijbel. Niet altijd onderstreept de literaire schoonheid heel uitdrukkelijk de inhoud al is zij er nooit van los te maken. Meer dan eens is dat verband er heel uitdrukkelijk. Zo noem ik dat in het Hebreeuw elk van de eerste vier Psalmen 144 (12 maal 12) lettergrepen heeft. Dat is uiteraard niet toevallig. Psalm 104, de Psalm over de schepping, is opgebouwd in zeven strofen. Hebreeuwse dichtverzen tellen veelal twee en soms drie versdelen die elk op elkaar zijn betrokken. Heeft een dichtvers drie versdelen en staat het ook nog eens in het midden van een Psalm, dan wordt zo op literaire wijze het belang van de inhoud onderstreept. Dat geldt bijvoorbeeld voor Psalm 84:7.
Bij de bestudering van de Bijbel in het algemeen en van de Psalmen in het bijzonder geldt dat wij de leiding van Gods Geest nodig hebben. De psalmisten gaan ons daarin zelf voor met hun beden ‘Zend Uw licht en Uw waarheid dat die mij leiden’ (Ps. 43:3a ) en ‘Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet’ (Ps. 119:18). Om de Schrift uit te leggen is niet alleen kennis nodig van de taal, de grammatica en de historische achtergronden, maar ook geestelijke ervaring. Onze geestelijke ervaring moet overeenstemmen met die van de psalmist willen wij zijn nood en zijn vreugde echt verstaan. Luther zei dat alleen de ervaring/bevinding ons tot een echte theoloog maakt. Dat geldt voor elke christen. Dat geldt dubbel voor hen die geroepen zijn om het Woord te bedienen.