Orthopraxie - 5
Auteur: ds. W. Pieters
Je overgeven, dat is de maat die de Heilige Schrift ons aanreikt bij de huwelijksliefde van een man voor zijn vrouw: zijn leven voor haar in de waagschaal leggen en zelfs - indien nodig - opofferen ...
Is liefhebben zo gemakkelijk, meisjes / dames?
In de liefdemaat van Christus vinden alle Christen-echtgenoten een voorbeeld en een drijfkracht om hun vrouw net zo lief te hebben - met veel, veel tekort.
We krijgen nog meer onderwijs over het rechte leven (vers 28):
"Zo zijn de mannen verplicht hun eigen vrouwen lief te hebben, als hun eigen lichamen."
Hoe? Zó, namelijk zoals we net al zagen. Paulus gaat nog even door op de beeldspraak van het lichaam. Hij vergelijkt in vers 23 de verhouding tussen Christus en Zijn bruidsgemeente met de verhouding tussen hoofd en lichaam: Christus is het Hoofd, Zijn gemeente is het lichaam. Deze beeldspraak past hij ook toe op de verhouding tussen man en vrouw: de man is het hoofd van zijn lichaam, dat is: van zijn vrouw.
Maar in vers 28 gaat de apostel nog een stapje verder, onder verwijzing naar Genesis 2 vers 21 en 22:
"Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot haar plaats toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam."
In de meest letterlijke zin was Manninne het lichaam van Adam. Zoals dat nu in letterlijke zin gold van Adam en zijn vrouw, zo beschouwt God het ook in deze 21ste eeuw nog steeds: de echtgenote is het lichaam van de echtgenoot. Ze zijn net als Adam en Manninne één lichaam. En daarom moet een man van zijn vrouw houden. Waarom? Omdat zij zijn eigen lichaam is. Daarom kan Paulus ook de volgende vreemdklinkende woorden laten volgen:
"Wie zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief."
Hij bedoelt: toen Adam zijn vrouw liefhad, had hij zichzelf lief, want zijn vrouw was (een stukje) van hemzelf ...
Dat is ook de reden waarom het huwelijk onontbindbaar is. Bedoeld om altijd bij elkaar te blijven. Al zou Eva van Adam zijn weggelopen naar het andere einde van de wereld, dan nog zou ze tot aan haar dood de (uitgebouwde) rib van haar man blijven ... En zo ziet God het vandaag aan de dag nog steeds: man en vrouw zijn levenslang één!
Wanneer discipel Simon Petrus zich dat enigszins goed realiseert, zegt hij verschrikt: maar dan is het misschien beter om maar niet te trouwen ...!? Maar dat is natuurlijk niet zo. Wel is het zaak om deze dingen goed te overdenken en te beseffen, voordat je eraan begint - let op: ik schreef niet NADAT, maar VOORDAT je eraan begint.
Op deze basis is de huwelijksgemeenschap of geslachtsgemeenschap tussen man en vrouw geoorloofd. Niet voordat je getrouwd bent, zodat je jezelf één lichaam maakt met je aanstaande vrouw, maar nadat en omdat je getrouwd bent en God je één lichaam heeft gemaakt met je vrouw. Zie vers 31:
"Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot één vlees wezen."
Ze waren één vlees voor Gods aangezicht en daarom worden ze ook tot één vlees in de geslachtsgemeenschap. Een orthodoxe visie op het huwelijk geeft een orthopraxe beleving van het huwelijk: de zuivere, op de Bijbel gegronde leer geeft een heilige, met Gods Woord overeenkomende praktijk. Nee, niet automatisch, maar toch ... Denk je eens in dat je niets weet (of niets gelooft) van de geschiedenis die we in Genesis 2 lezen. Dan beschouw je het huwelijk totaal verschillend en dan zie je dus ook het wel of niet geslachtsgemeenschap hebben voor het huwelijk, of het hokken / samenwonen, of het scheiden totaal anders - en dienovereenkomstig zal dan ook de (zelfzuchtige) praktijk zijn!
Het laatste vers van Efeziërs 5 geeft een soort conclusie:
"Zo dan ook gij, elk in het bijzonder, laat een ieder zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf; en de vrouw, laat zij haar man vrezen / respecteren."
Vrezen betekent niet bang zijn voor, maar 'met eerbied de man onderdanig zijn'.
Dit was hoofdstuk 5. Paulus had drie hoofdstukken vol geschreven over de rechte leer en daarna schrijft hij drie hoofdstukken vol over het rechte leven. De rechte leer is: louter genade, leven uit Christus, alles ontvangen uit Gods eeuwige liefde. Het rechte leven is er niet mee in strijd, wanneer het zich op het allernauwkeurigste houdt aan de wil van onze hemelse en liefhebbende Vader. Vrije genade en wet strijden alleen tegen elkaar wanneer je door wet de genade wilt aanvullen. Maar vrije genade en wet strijden in het geheel niet tegen elkaar, wanneer je uit genade de wet in liefde gehoorzaamt, door de kracht van Christus' Geest.
Heb jij de genade van Efeziërs 1, 2 en 3 lief? Heb jij ook de heilige levenspraktijk van Efeziërs 4, 5 en 6 lief? Over hoofdstuk 6 zullen we vanaf de volgende maand samen nadenken, zo God het geeft.
ORTHOPRAXIE
Wettisch en wettelijk zijn niet aan elkaar gelijk. Wettisch is: iets verdienen met gehoorzaamheid. Wettelijk is: volgens de wet leven. Dit kan zonder liefde zijn, zonder geloofsvereniging met Jezus Christus. Maar het kan ook zijn vanuit de liefde, gedreven door de geloofsvereniging met Jezus Christus. En dat laatste is nu Paulus' bedoeling. Deze liefde en geloofsvereniging met Jezus Christus sluiten het luisteren naar Gods wet niet uit. Dat zien we in Efeziërs 6. Lees maar mee:
"Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Heere; want dat is recht."
Waarom moeten kinderen hun ouders gehoorzamen? Paulus zegt niet: want dat is wijs, of nuttig; maar: dat is recht. Het is ook wijs; maar daar gaat het toch niet om. Het gaat de apostel in zijn bevel voor de praktijk der godzaligheid om récht. Wat is eigenlijk 'recht'? Het gaat hierbij om de Goddelijke rechtsorde, dat wat met God overeenstemt, dat wat met Zijn rechtvaardigheid overeenkomt.
Gehoorzaam jij je ouders?
Deze vraag is niet belangrijk. Natuurlijk gehoorzaam jij je ouders; maar de vraag is: WAAROM gehoorzaam jij je ouders? Doe je dat omdat je beseft dat gehoorzamen recht is? Als je niet om díe reden gehoorzaamt, gehoorzaam je niet. Dan is je gehoorzaamheid ONgehoorzaamheid.
Zo nauwkeurig luistert het! En - om heel eerlijk te zijn -, met deze zinnen heb ik dus een dikke streep moeten trekken door heel mijn jeugd. Ik was lang en lang niet altijd gehoorzaam. Dat is één. En wanneer ik dan wel gehoorzaam was, was het, voorzover ik me kan herinneren, niet vanuit de juiste drijfveer, namelijk niet omdat het RECHT was, niet omdat Gods recht het van mij eiste, niet omdat ik God in Zijn heilig, eisend recht liefhad. Waarom was ik dan (soms) wel gehoorzaam? Gewoon, omdat ik in een goeie bui was, of omdat ik in mijn geweten wel voelde dat het zo hoorde, of omdat ik besefte dat het voordelig / verstandig was om te gehoorzamen.
Paulus zet door middel van deze woorden een dikke streep van algehele veroordeling door al mijn jeugdjaren ... En hiermee wordt het vijfde gebod mijn aanklager.
Het volgende vers grijpt terug naar dat recht van God, zoals Hij dit eenmaal heeft bekend gemaakt in de Sinaï-woestijn, in het vijfde van de Tien Geboden:
"Eer uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte)."
Met zoveel woorden verwijst de Nieuwtestamentische Schrift in deze plaats naar de Tien Geboden. Waarom? Brengt Paulus de Christelijke gemeente weer onder het juk der wet? Is het over met de vrijheid waarmee Christus haar heeft vrijgemaakt?
Nee. De vrijheid geldt nog steeds. Het juk van eis en vloek is nog steeds stuk en kan nooit meer terecht op de ziel van Gods kind worden gelegd. Maar waarom dan deze verwijzing naar het vijfde gebod? Omdat de Tien Geboden ook voor Gods kinderen in de tijd van het Nieuwe Testament nog gelden. Niet om daarmee iets te verdienen, maar als leefregel der dankbaarheid.
Dit gebod heeft een belofte bij zich, die de apostel in het derde vers als volgt weergeeft:
"Opdat het u welga, en gij lang leeft op de aarde."
Wat in het Oude Testament gaat het over het land Kanaän, betrekt Paulus op de hele aarde. Want in de tijd van het Nieuwe Testament is niet meer een bepaald land heilig, of beloofd; maar heel de aarde is voor Gods kinderen.
Als je het vijfde gebod houdt, zal het je goed gaan en zal een lang leven op aarde je deel zijn - al sterf je ook voor je achttiende verjaardag ... Hoe kan dat dan? Omdat God Zijn belofte straks, op de nieuwe aarde, volledig zal vervullen. Dan zal een heel, heel lang leven voor je liggen. Niet omdat je het vijfde gebod zo goed hebt gehouden, maar omdat de Heere Jezus Christus in jouw plaats ook het vijfde gebod zo volmaakt heeft gehoorzaamd. Daarom wil jij door Zijn Geest in dankbaarheid dit vijfde gebod ook onderhouden.
Ondertussen blijkt uit deze eerste verzen van Efeziërs 6 dat ook de jeugd van de gemeente wordt aangesproken en opgewekt om godzalig te leven overeenkomstig Gods wet. Maar natuurlijk blijft het daar niet bij. De apostel, hoewel hij ongetrouwd is gebleven en dus nooit kinderen heeft gehad, heeft oog voor een heel bijzonder probleem in de opvoeding, in de verhouding tussen ouders en kinderen, dat te maken heeft met het gehoorzaam zijn. Vers 4 zegt:
"En gij vaders, verwek uw kinderen niet tot toorn, maar voed hen op in de lering en vermaning des Heeren."
Je vader mag van jou gehoorzaamheid vragen, maar hij moet niet vergeten dat God van hem ook gehoorzaamheid vraagt. Dan zal hij niet doen zoals de onredelijke koning Saul in I Samuël 20 vers 30-34. Lees zelf maar ...