De Catechismus van Genève vraag en antwoord 88 t/m 91, over de Heilige Geest
Auteur: ds. W. Pieters
Over de Heilige Geest
Vr. 88 Laten wij nu tot het derde deel komen. Antw : Dat is van het geloof in de Heilige Geest.
Vr. 89 En wat brengt ons dat? Antw : Wel, het beoogt ons te doen weten, dat God, gelijk Hij ons door Zijn Zoon heeft vrijgekocht en gered, ons zó door Zijn Geest tot deelgenoten maakt van deze vrijkoping en dit heil.
Vr. 90 Op welke wijze? 1 Petr. 1 : 2; 1 Joh. 1 : 7. Antw : Gelijk wij de reiniging hebben in het bloed van Christus, zo is het nodig dat onze gewetens daarmee besprengd worden, om afgewassen te worden.
Vr. 91 Dit vereist toch nog een duidelijker uitlegging. Rom. 8 : 11; Ef. 1 : 13. Antw : Ik versta het zó, dat de Geest van God, wijl Hij in onze harten woont, uitwerkt dat wij de kracht van Christus gevoelen. Want dat wij de weldaden in de geest ontvangen, dat geschiedt door de verlichting van de Heilige Geest; door Diens overtuiging gebeurt het, dat zij in onze harten, bezegeld worden. Eindelijk geeft Hij alleen daaraan plaats in ons. Hij herschept ons, en maakt dat wij nieuwe mensen zijn. Daarom ontvangen wij door de kracht van de Geest alle gaven die ons in Christus worden aangeboden.