Waar jij mee zit: ben je met bidden voor je naaste een afspiegeling van Christus?
Auteur: ds. W. Pieters
"Waarom moeten wij voor elkaar bidden? Zijn we daarin een afschaduwing van Christus, de biddende Hogepriester?"
In 1520 schrijft Luther een boekje over het wezen van het Christen zijn. En daarin merkt hij op dat een Christen eigenlijk een kleine Christus is. Namelijk voor zijn naaste. Hoe dan? Niet dat een Christen de zonden voor zijn naaste verzoent. Maar wat Christus voor Zijn naaste deed, dat doet een Christen ook, voorzover mogelijk. Ja, Christus wil juist door middel van Christenen Zichzelf aan andere mensen bekend maken en hen Zijn genade geven.
De naam 'Christen' betekent oorspronkelijk dan ook zo iets als 'Christus-je', een 'kleine Christus'. Iemand die op Christus lijkt, iemand die zich net als Christus gedraagt. Eén van die dingen is wel de voorbede. Het bidden voor onze naaste.
In het bidden voor onze naaste lijken we op Christus aan het kruis, die bad voor Zijn vijanden. Volgens de uitleg van ds. Hellenbroek bad Christus dit gebed als mens in het algemeen. Welnu, als Chrístus voor Zijn vijanden bidt, moeten wij het ook doen. En als wij voor onze víjanden moeten bidden, moeten we het ook voor onze vríenden of voor onze nááste in het algemeen.
Wat is het heerlijk om op Christus te mogen lijken! Om nu door het geloof een lid van Zijn geestelijk lichaam te zijn en dus deel te hebben aan Zijn zalving met de Heilige Geest. Deze Geest nu is ook de Geest der gebeden. Door de werking van de Heilige Geest gaan we bidden, zoals Christus heeft gebeden. We gaan immers onze naasten (zelfs onze vijanden) liefhebben. We gunnen hen het goede, voor tijd en eeuwigheid, naar lichaam en ziel. En wie anders dan God kan hen dat goede geven? Van wie anders dan van God zullen we dat goede dan ook vragen, bidden? Daarom moet er voorbede zijn voor onze naaste. Ook in het Oude Testament vinden we daar voorbeelden van. Denk aan Abraham, die bad voor Lot in Sodom; aan Jeremia, die bad voor Juda en Jeruzalem; aan Daniël, die smeekte voor de ballingen in Babel. Bid jij ook voor anderen? Je ouders, je broers en zussen, je leraars, je klasgenoten, je buren ...? Als jij voor ze bidt, plaag je ze niet, ben je ze niet ongehoorzaam, roddel je niet over hen. Als jij voor ze bidt, doe jij je uiterste best dat zij bekeerd worden enz.
Zo lijk je door genade een beetje op Christus; zo ben je Zijn navolger.