Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 Artikel 6 uitleg
Auteur: ds. W. Pieters
Hoofdstuk 3 van de Dordtse Leerregels gaat over de wedergeboorte van de mens door God en hoe deze plaatsvindt. In artikel 6 gaat het over het middel dat God gebruikt om ons te wederbaren / te bekeren:
Wat dan noch het licht der natuur, noch de wet doen kan, dat doet God door de kracht van de Heilige Geest, en door het Woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van de Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.
Op bladzijde 9 kon je lezen dat het Evangelie ook in het Oude Testament staat. Dit zeggen de theologen op de synode van Dordrecht in 1618-1619 hier ook. We moeten dus niet denken dat het Evangelie pas bekend werd na de geboorte (of opstanding) van Christus. Het Evangelie is al aan het eerste mensenpaar gepreekt. Nu moeten we niet menen dat het Evangelie zelf mensen zalig maakt. Nadrukkelijk belijdt dit artikel dat God dit doet. En wel door de kracht van de Heilige Geest. Maar wel gebruikt Hij hiervoor als middel het Evangelie / de evangelieverkondiging. Hij doet het dus niet door ons redeneervermogen of het inzicht / licht van de natuur. Hij doet het niet door de wet. Hij doet het (gewoonlijk) ook niet door een inwendige openbaring zónder prediking, maar Hij doet het door het Evangelie.
Wat is dat Evangelie? We gebruiken het woord ‘Evangelie’ op twee manieren. Óf om te verwijzen naar de tijd van het Nieuwe Testament, waarin de ceremoniën waren opgeheven en de heidenen zalig konden worden zónder eerst jood te worden, óf om de blijde boodschap van de genadige verzoening aan te duiden. In de eerste betekenis bestond het Evangelie nog niet in de ‘Tijd der wet’ = de Oudtestamentische bedéling; in de twee betekenis bestond het Evangelie al vanaf Genesis 3 vers 15, de ‘moederbelofte’ over het Zaad der vrouw, Dat de kop van de slang / duivel vermorzelen zou. Dit is de reden dat de Dordtse Vaderen erbij voegen ‘zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament’.
In het Oude Testament werden de mensen niet zalig door de wet te houden, te gehoorzamen, maar alleen door het geloof in de beloofde Messias. Denk aan Abram, de váder van álle gelóvigen:
Genesis 15 vers 6: Abram geloofde in de HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.
Let wel, alle gelovigen gehoorzamen ook aan Gods wet. Maar zalig worden ze door de belofte te geloven, de Belover Zelf te geloven!
Uit de belijdenis +H3A6








