Orthopraxie - 9
Auteur: ds. W. Pieters
In Mattheüs 6 vers 24 vertelt de Heere Jezus Zijn leerlingen dat niemand twee heren kan dienen; want of jij haat de ene en hebt de andere lief, of jij hangt de ene aan en veracht de andere; wij kunnen dan ook niet God dienen én de Mammon = materialisme.
Maar waarom kun je niet twee heren dienen? Wie parttime in dienst is van "firma A", kan toch best voor het andere deel van de werkweek in dienst zijn bij "firma B"? Ja, zolang tenminste niet "firma A" de politie is en "firma B" de club "bankovervallers". De twee mogen niet tegenstrijdig zijn aan elkaar. Iemand die lid is van de rokersclub, kan niet tegelijk EERLIJK lid zijn van de niet-rokersclub ... En zo is het nu ook met betrekking tot het horen bij of dienen van God en de Mammon. Deze twee sluiten elkaar uit! Wie de ene aanhangt, veracht de andere, en wie de ene haat, heeft de andere lief.
Tijdens Zijn verzoeking in de woestijn brengt Jezus het ook ter sprake en in praktijk (Mattheüs 4 vers 10):
"Toen zei Jezus tot hem: ga weg, satan, want er staat geschreven: de Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen."
Ook Jozua vertelt het in zijn dagen de oudsten van Israël - wanneer die zeggen (hoofdstuk 24 vers 16-18):
"Het zij verre van ons, dat wij de HEERE zouden verlaten om andere goden te dienen. Want de HEERE is onze God; Hij is het, Die ons en onze vaderen uit het land van Egypte, uit het diensthuis heeft opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen heeft gedaan, en Die ons heeft bewaard op al de weg, waardoor wij getrokken zijn, en onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn. En de HEERE heeft voor ons aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs de Amoriet, inwoner des lands. Ook wij zullen de HEERE dienen, want Hij is onze God."
Jozua zegt dan (vers 19-20):
"Gij zult de HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven. Indien gij de HEERE zult verlaten en vreemde goden zult dienen, zo zal Hij Zich omkeren, en Hij zal u kwaad doen, en Hij zal u verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben."
En de voorbeelden zijn te vermenigvuldigen. Maar, o wee, wat is dat moeilijk. Als God nu toch niet zo exclusief was, was alles veel gemakkelijker. God én de wereld, God én het geld, God én mijn lusten ...
Maar het: God ALLEEN!
Wat houdt het in de praktijk in om niet God (alleen) maar (ook) de Mammon te dienen? De Heere Jezus maakt het duidelijk met het volgende vers:
"Daarom zeg Ik u: wees niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmee gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?"
Het gaat hier niet over kapitalisten, die van het geld hun genot maken. Dat zou je in eerste instantie misschien denken als het gaat over "Mammon dienen". Materialisme heeft toch alles met kapitalisme te maken: gierige mensen, op winst belust - met $-tekens in de ogen, zogezegd ... Ook wel, maar niet alleen.
De Heere Jezus richt zich nu tot de grote massa van Zijn dagen, die verwikkeld is in de dagelijkse strijd om te overleven, de dagelijkse nood om in het levensonderhoud te voorzien, om de kinderen elke dag weer te eten te geven. Er waren toen, en er zijn wereldwijd ook nu (niet misschien in Nederland - hoewel?) heel veel armoedzaaiers, die niet weten hoe ze rond moeten komen.
Wie in die omstandigheden niet op God vertrouwt dat Hij zal zorgen, dient de Mammon.
Hoe krijgt dit in de praktijk handen en voeten (we hebben het immers over ortho-praxie)? Moeten we niet werken om de kost te verdienen? Zeker wel. God Zelf zegt dat wij zes dagen moeten arbeiden. Let op: niet slaven, maar arbeiden; dat is wel zweten, en moe worden, maar niet gestresst en burn-out worden ...
Waarom moeten wij eigenlijk zes dagen werken? Omdat God anders niet voor ons kan zorgen? Belachelijke vraag! Natuurlijk kan onze almachtige Schepper en trouwe Onderhouder ook wel voor ons zorgen zonder dat wij werken. En de voorbeelden zijn er voor het oprapen. Maar het heeft God beliefd om niet voor ons op dezelfde manier te zorgen waarop Hij het tijdens de woestijnreis voor het volk Israël deed. Toen deed Hij het direct, door onmiddellijk in te grijpen. Nu doet Hij het in de weg der middelen, door ze te zegenen. Let maar eens op hoe de Heidelbergse Catechismus dit aan de orde stelt bij de uitleg van de derde bede, waarover in het januari-nummer van 2006, DV, meer.
ORTHOPRAXIE
Vorig jaar, in het novembernummer hadden we het over de noodzaak om te werken. Niet omdat God dit nódig heeft, maar omdat Hij dit wíl. Wij moeten echter niet slaven of workaholics worden. Moeten we dan niet ijverig zijn? Ja, dat wel. We moeten hard werken en toch alleen op God vertrouwen. En ik verwees naar de uitleg van de Vierde Bede van het "Onze Vader", door de Heidelbergse Catechismus: Wat is de vierde bede? "Geef ons heden ons dagelijks brood."
Dat is: Wil ons met al het nodige voor het lichaam verzorgen,
opdat wij daardoor erkennen
dat Gij de enige Oorsprong van al het goede zijt
en dat onze zorg en arbeid, of Uw gaven, zonder Uw zegen ons niet baten;
en dat wij dus ons vertrouwen van alle schepselen afhalen
en op U alleen stellen.
Dus: al werken we nog zo hard, we gaan toch failliet ... Al zorgen we nog zo nauwkeurig, we worden toch ziek ... Al geeft God nog zoveel middelen, het helpt allemaal niets ...
Dat wil zeggen, ZONDER GODS ZEGEN.
Als God ons werk enz. zegent, dan helpt het wel. Anders niet.
Daar doelt de Heere Jezus op in Mattheüs 6 - waar we het over hadden. Als je verwachting koestert van je verstand, aanvoelingsvermogen, inzicht, of wat dan ook, dan dien je de Mammon. Anders gezegd:
- als jij niet helemaal op God vertrouwt bij alles wat je doet om gezond te blijven of te worden, een baan te vinden, voor je examens te slagen, verkering te krijgen of te houden, enz. enz.,
- als je onrustig, gespannen, bezorgd bent dat het misschien niet goed zal komen of blijven,
- dán ben je ongelovig en wantrouwig ten aanzien van God, dat is: dan dien je de Mammon.
De Heere Jezus zegt: "Zo hoeft het niet. Vertrouw op je Hemelse Vader. Wees niet bezorgd waar je de volgende dag eten vandaan moeten halen. Vertrouw op Mij."
Als een dikbuikige dominee of diaken dit tegen een vermagerde weduwe of dagloner zegt, terwijl er geen eten voor de volgende dag in huis is, klinkt het wel erg hard - onwaarachtig en onbarmhartig. Maar nu is de Heere Jezus Christus, onze dierbare en barmhartige Zaligmaker aan het woord. Zou Hij het "gemakkelijk" zeggen? Onnadenkend, zonder hart? Nee toch! Hij bedoelt: steun maar op Mij, want Ik zorg voor jou - altijd!