Hoe moet ik omgaan met gebed
Auteur: ds. W. Pieters
In de christi-pedia (http://christipedia.wik.is/) las ik onder ‘Bidden’:
Bidden is eigenlijk spreken met God. En wel over alles, wat ons bezig houdt. Alles vertellen aan Hem. Vooral is bidden: het zoeken van omgang met God; Zijn nabijheid zoeken, Zijn Aangezicht zoeken. De HEERE is nabij allen die Hem aanroepen. De echte bidder is niet zozeer verlegen om Gods hulp of gave, maar om Zijn gunst en nabijheid. Als Hij komt, is de ziel gerust. Zoals een kind in een donkere nacht na een angstige droom gerust is, wanneer vader of moeder maar dichtbij is.
Wat is bidden dus? Niet onze wil en ons inzicht aan God bekend maken, veel minder aan Hem opleggen, maar communicatie, gesprek, ontmoeting met God. Hij spreekt tot ons in Zijn Woord en wij spreken vanuit de grond van ons hart tot de HEERE.
Bidden is ook ons onvermogen belijden; hoe afhankelijk we zijn van God. Zo’n gestalte van hart is het meest tot Zijn eer! Ook belijden we in ons gebed hoe innig lief we God hebben, hoe graag we dicht bij Hem leven.
Verder is het vragen, verzoeken om een weldaad die Hij al beloofd heeft. Bidden is dan ook niet alleen vanuit de nood vragen om Gods genade en Geest. Het is ook zeker weten en er vast van overtuigd zijn dat God almachtig is en dat Hij dus kan doen wat wij niet kunnen. Daarbij mogen we in de weg van gebed leren kinderlijk vertrouwen beoefenen in Zijn gewilligheid en betrouwbaarheid om ons te geven wat Hij van ons eist (zie Augustinus: geef wat Gij beveelt, en beveel wat Gij wilt).
Hoe moet je ermee omgaan? In diepe eerbied, met heilig ontzag. Spreken tot God is immers geen kleinigheid, maar vereist heiligheid. Denk aan de woorden van I Timotheüs 2 vers 8. Paulus schrijft:
Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twist.
Wanneer wij een ander gebaar met onze handen maken, moeten ze toch niet minder heilig zijn. Laten we erop letten: wanneer ik bid en in ruzie leef, is mijn bidden spotten… Wat mag je bidden? Alles wat God heeft beloofd te zullen geven. Wat is dat dan? Dat kun je lezen in Zijn Woord. Zonder Zijn Woord is bidden een lege vorm, een formaliteit. Het belangrijkste waar je om kunt bidden is de eer van God en de glorie van Zijn kerk. Vraag je af of deze twee dingen je zwaar wegen of niet. Meestal gaan ónze dingen ons veel meer aan het hart. Daarom is bidden nog al eens niets anders dan het vragen om die dingen die wij denken nodig te hebben. Het egoïsme ten top: God gebruiken voor ons eigen voordeel. Maar wat een wonder als het anders is geworden! Dan leren we bidden zoals de dichter van Psalm 102. Hij is erg in nood; zó erg dat hij geen hap door zijn keel krijgt. Toch, nadat hij tot en met vers 12 over zijn ellende heeft geklaagd, smeekt hij niet om hulp, maar troost hij zich met Gods eeuwige macht ten bate van het volk van Sion (vers 13-23). Hij heeft het niet over: ik zal, of ik krijg; maar hij is blij dat het met God goed er voor staat, en als het met Zijn kerk maar goed gaat. In vers 24 klaagt hij weer over zijn ellendige toestand, maar meteen troost hij zich met de gedachte:
Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht.
Het is net alsof hij zegt: “Hoe het met mij gaat, is totaal niet belangrijk. Zolang het maar goed gaat met de kerk van Jezus Christus – tot in lengte van eeuwen!” Het is goed om bij het gebed steeds te bedenken (Hebreeën 11 vers 6):
Wie tot God komt, moet geloven, dat Hij is / bestaat, en een Beloner is van hen die Hem zoeken.
Geloof jij dat God graag beloont allen die Hem zoeken? Dat je dus welkom bent bij Hem? Dat Hij graag luistert naar het stamelende gebed van worstelaars aan Zijn troon? Hoe gauw en hoe volledig God jou zal verhoren, wanneer jij op Hem vertrouwt, leert Jezus ons in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar in Lukas 18 vers 9-14. Lees het eens biddend. Een ander treffend stukje – waarin God Zich in Zijn hart laat kijken – is te vinden in Lukas 11 vers 9-13, waarvan ik alleen het laatste vers hier neerschrijf:
Indien gij, die slecht zijt, uw kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan degenen die Hem bidden!