Hoe moet ik omgaan met Chiliasme
Auteur: ds. W. Pieters
Ongemerkt hebben wij heel wat "buitenlandse" woorden ter beschikking. Een voorbeeld: wie denkt eraan dat "muur" van oorsprong een Latijns woord is? Maar het woord "chiliasme" is nog wel te herkennen als van buitenlandse afkomst. Het komt van het Griekse woord voor "duizend"; net als het woord "millennium" dat van het Latijnse woord voor "duizend" komt en dezelfde zaak aanduidt. Chiliasme en millennianisme gaan over "Het Duizendjarige Rijk", waarover wij lezen in Openbaring 20. Wat moet je met het chiliasme doen? Wel, wat de Bijbel erover zegt, moet je eenvoudigweg geloven; en alle menselijke gedachten even evenvoudigweg verwerpen. Makkelijk, hè? Toch is het natuurlijk niet zo simpel als het lijkt, want de grote vraag is steeds weer: wat zegt de Bijbel er dan precies over? En dan blijkt dat er nog al wat verschil van inzicht bestaat met betrekking tot de vraag wat in Openbaring 20 precies wordt bedoeld.
Chiliasten - aanhangers van het chiliasme - verwachten dat Christus lichamelijk op aarde terug zal komen. Nu, dat kunnen we onderschrijven. Zij verwachten dat Christus vervolgens in Jeruzalem duizend jaren zal regeren, waarbij heel de aarde Zijn gebied zal zijn, Zijn vijanden bijna allemaal bekeerd zullen worden, onder wie ook het volk der Joden; en de Christelijke kerk een geweldige bloeiperiode zal hebben. Bij deze nadere invulling wat er precies wel of niet zal gebeuren, bestaan er nogal wat verschillen. Sommigen denken dat er wel een bloeitijd zal aanbreken, maar niet na Christus' wederkomst. Anderen menen dat het Duizendjarig Rijk al min of meer (of zelfs helemaal) voorbij is. Jammer dat er zoveel verschil van mening is over deze dingen. Daardoor kunnen jullie in verwarring komen. Ook gebeurt het nogal eens dat mensen zo door deze dingen in beslag worden genomen, dat ze het belangrijkste vergeten. Waarover gaat het namelijk uiteindelijk? Niet over het Rijk van de Koning, maar over de Koning van het Rijk. Belangrijker dan een recht zicht op het Duizendjarig Rijk, is een rechte verhouding tot de Koning van dat Duizendjarig Rijk. Hebben jullie die Koning lief, dan zal de tijd ons leren (of de eeuwigheid ons bekendmaken) hoe het precies met dat Rijk zit. Maar ken je Koning Jezus niet, dan helpt het echt niet veel om precies alles van het Duizendjarig Rijk te weten. Toch is de leer van het chiliasme niet onbelangrijk. Het gaat over een stukje van Gods Woord. God heeft het ons bekendgemaakt, opdat we het zouden onderzoeken, en geloven. Wanneer we het Bijbelboek Openbaring lezen, stuiten we al in het eerste hoofdstuk op het verschijnsel van visioenen / gezichten. In de volgende twee hoofdstukken lezen we erg veel beeldspraak; en vanaf hoofdstuk 4 is er geen enkel hoofdstuk zonder een visioen. Hoe moeten we een visioen uitleggen? Niet letterlijk, maar figuurlijk. Iedereen is het daar wel over eens. Maar hoe dan? Om meteen naar hoofdstuk 20 te gaan: we lezen (vers 1):
"En ik zag een engel afkomen uit de hemel, hebbende de sleutel van de afgrond, en een grote ketting in zijn hand."
Niemand zal denken dat er een ijzeren of koperen sleutel mee wordt bedoeld; en ook niemand van de chiliasten legt het woordt "ketting" materialistisch uit. Iederen begrijpt dat het beeldspraak is. Zo gaat het ook met vers 2 en 3:
"En hij greep de draak, de oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde die boven hem."
Iedereen voelt aan dat in visionnaire toestand iets wordt verkondigd uit het rijk der geesten, en dat het dus gaat over geestelijke zaken. Ondertussen komen we het getal "duizend" tegen. Is dat wel letterlijk / wiskundig bedoeld, of ook figuurlijk / geestelijk? Nog niet zo eenvoudig om dit met zekerheid uit te maken. Zeker niet als je bedenkt dat er in de 22 hoofdstukken van dit boek heel wat getallen staan, die meestal (of altijd) niet wiskundig zijn bedoeld. Denk aan wat we al heel aan het begin van het boek tegenkomen (vers 4 van hoofdstuk 1), waar de Heilige Geest wordt omschreven met "de zeven Geesten Die voor Gods troon zijn". Alweer geldt, niemand (of in ieder geval: bijna niemand) vat dit getal op als 6+1. Nee, men voelt aan dat Johannes het zo niet heeft bedoeld en dat we het daarom ook zo niet mogen uitleggen. Zo is het nu ook met het getal in hoofdstuk 20. Is dat 2x500? Of betekent "duizend" "heel veel / lange tijd"? Hoe dat ook precies zij: belangrijker is wat er in die tijd gebeurt: de duivel wordt "gebonden", dat is, zo lezen we in het vervolg van vers 3:
"... opdat hij de volken niet meer zou verleiden, totdat de duizend jaren geëindigd zouden zijn."
En wáárin we ook met elkaar van mening zouden verschillen ..., we stemmen met alle Christenen van alle tijden en alle plaatsen van harte overeen als we zeggen: Wat heerlijk is dat! De duivel kan de volken niet meer verleiden ... Voordat we de volgende keer verder gaan - een vraag: hoe is jouw verhouding tot die draak/satanas/oude slang/duivel? ...?