Hoe moet ik omgaan met frustratie
Auteur: ds. W. Pieters
Het woord ‘frustratie’ komt uit het Latijn en hangt samen met het eveneens uit het Latijn afkomstige woord ‘fraude’. Beide betekenen misleiding, bedrog. Bij fraude gaat het om bewuste misleiding, bij frustratie om ongewilde misleiding, je wordt misleid, je vergist je. Frustratie is er immers als jij dacht iets te bereiken en achteraf blijkt dat het je niet is gelukt. Hoe moet je daar nu mee omgaan? Het leven van alledag kent zo zijn teleurstellingen, en iedereen krijgt er mee te maken. Het verschilt nogal over welke frustratie het gaat. Een kleinigheid kunnen we meestal nog wel verwerken, maar als het over grote dingen gaat? Dan wordt het heel wat moeilijker. De Bijbel kent het woord frustratie niet, maar de zaak die daardoor wordt aangeduid wel. Denk, om een voorbeeld te geven, aan Jozef in de gevangenis. Hij legt de droom van de schenker uit en vraagt hem aan hem te denken wanneer hij weer in het paleis is aangesteld als schenker van de Farao. Twee jaren lang wacht Jozef tevergeefs (Genesis 40 vers 23):
De overste van de schenkers dacht niet aan Jozef, maar vergat hem.
Moet dit niet heel teleurstellend of frustrerend voor deze godvrezende jongen zijn geweest? We lezen niet hoe hij daar mee om ging, maar wel lezen we hoe de Heere ‘daarmee omging’, daarvan gebruik maakte. In Psalm 105 vers 18-19 lezen we:
Men drukte zijn voeten in de stok; zijn persoon [Hebreeuw: zijn ziel; ‘hij zelf’] kwam in de ijzers. Tot de tijd toe, dat Zijn woord kwam, heeft de rede des HEEREN hem doorlouterd.
God heeft deze frustrerende ervaring gebruikt – zoals Hij al zo dikwijls deed en nog steeds doet – om er iets goeds uit te laten voortkomen. God loutert mensen door teleurstellingen heen. Juist tegenslagen zijn daar geschikt voor. Ik houd ondertussen niet van tegenspoed, maar ondanks dat weet ik toch dat de Heere Zich er in Zijn goedheid en wijsheid heel vaak van bedient om Zijn kinderen iets beters te geven, dan ze hadden gekregen wanneer de dingen niet zo frustrerend waren geweest. Jozef, bijvoorbeeld, zou hoogstens de vrijheid hebben gekregen als de schenker wél aan hem had gedacht. Maar nú, na twee jaren frustratie, wordt hij onderkoning van Egypte en mag hij het middel zijn om het geslacht van Jakob bij het leven te behouden. Als je dit weet, weet je ook hoe je zelf met teleurstellende mensen en tegenvallende omstandigheden moet omgaan. Aanvaarden in de wetenschap dat God er boven staat en dat Hij er een (goede) bedoeling mee heeft.
Hoe moet je met frustraties omgaan? Er zit ook een andere kant aan: je kunt ook frustrerend bezig zijn. Dn is het niet een ánder die jóu teleurstelt, maar dan ben jíj het die een ánder tegenwerkt en in zijn doen en laten frustreert. Mag dat? Dat ligt eraan. Zou jij door jouw oplettendheid een inbreker in zijn bezigheid kunnen frustreren, dan kan ik daar niet zoveel kwaad in zien, wel? Zo bidden we in het Onze Vader dat Gods Koninkrijk zal komen, en volgens de Catechismus betekent dit onder andere:
Verstoor de werken van de duivel en alle macht die zich tegen U verheft, en alle boze raadslagen [plannen] die tegen Uw heilig Woord bedacht worden.
Het is ons verlangen en onze taak om elke dag frustrerend bezig te zijn in die zin dat we de duivel tegenwerken. Dat doet elke godvrezende moeder, elke christen-leerkracht en iedereen die de Heere Jezus liefheeft. Helaas kunnen we ook op een onbijbelse manier omgaan met frustraties:
- wanneer wij ze meemaken, en we worden dan opstandig of moedeloos.
- wanneer wij ze onterecht veroorzaken.
Sommige mensen scheppen er een (duivels) vermaak in om hun naasten te irriteren en te frustreren. Waar liefde woont, gebeurt dat duidelijk niet. Want iemand echt liefhebben betekent onder andere: alleen dát willen doen wat nuttig en fijn is voor hem of haar. Nog één ding over frustrerende ervaringen: wanneer jij bezig bent in het zoeken van God, in het werk in Zijn Koninkrijk en wanneer jij in liefde je naaste wilt dienen, moet je er van tevoren al op rekenen dat je teleurstellende ervaringen zult opdoen: de duivel zal je tegenwerken, de mensen zullen je niet vertrouwen, het loon dat mensen nog al eens uitkeren voor jouw goede bedoelingen in naasten hulp is ondank. Maar dit neemt niet weg dat voor Gods kinderen geldt wat Paulus in Hebreeën 6 vers 10 schrijft:
God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en de arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en nog dient.
Bij God raak je uiteindelijk nooit gefrustreerd: het zoeken van Hem en het dienen van Hem is nooit tevergeefs. Zie Jesaja 45 vers 19!