Des HEEREN Lof, Johannes Hus
Auteur: ds. W. Pieters
Het werk van John Wycliff in Engeland draagt ook vrucht in Oost-Europa. In Tsjechië, vroeger geheten Bohemen. De koningshuizen van Engeland en van Bohemen zijn door huwelijk met elkaar verbonden en daarom studeren er nog al wat Boheemse studenten in Engeland en nog al wat Engelse studenten in Praag, de hoofdstad van Bohemen. In 1369 wordt Johannes geboren in het plaatsje Husinec. Daarom noemt men hem Johannes Hus. Hij wordt de hervormer van Bohemen. In 1400 wordt hij priester en kort daarna mag hij preken in de Bethlehemkerk. Het bijzondere van deze kerk is, dat er niet mag worden gepreekt dan alleen in de landstaal. Jullie moeten weten dat in die tijd in het Latijn wordt gepreekt. De meeste mensen verstaan er niets van. Daarom is het zo'n grote zegen dat de stichter van de Bethlehemkerk in Praag besluit: in deze kerk mag alleen in het 'Tsjechisch' worden gepreekt! Hus is zeer gezien en wordt in 1403 aangesteld als biechtvader van de koningin. Wat is een biechtvader? Dat is de priester aan wie iemand al zijn of haar zonden belijdt. De biechtvader moet dan aanwijzingen geven om vergeving voor de zonden te ontvangen en om verder heilig te leven. Zo krijgt een biechtvader grote macht over de gedachten en de levenspraktijk van die persoon. En jullie begrijpen dat de biechtvader van de koningin helemaal een invloedrijk persoon zal zijn. Welnu, zo wordt Johannes Hus één van de belangrijkste priesters in Bohemen. Hus komt onder de indruk van allerlei misstanden in de roomse kerk van zijn dagen, door een bijzondere gebeurtenis, zo wordt verteld. Op een dag staan er twee Engelse studenten aan de voordeur, waar Hus woont. Ze vragen of ze de muren van zijn studeerkamer mogen beschilderen. Dat is goed. En na enige weken is het indrukwekkende resultaat te zien. Wat hebben de twee volgelingen van Wycliff geschilderd? De tegenstelling die er is tussen Jezus en de paus. Aan de ene wand zien we Jezus met de doornenkroon; aan de wand daartegenover zien we de paus met zijn drievoudige gouden kroon. Aan een andere wand zien we Jezus die de duivel afwijst, wanneer deze hem alle koninkrijken der wereld aanbiedt. Aan de wand daartegenover zien we de paus met alle wereldlijke macht bekleed, terwijl hij zijn voet zet op de nek van de keizer. Op deze aanschouwelijke manier 'prediken' de volgelingen van Wycliff hoe vreselijk goddeloos de paus en de roomse kerk zijn. Al meer predikt Hus tegen deze misstanden. Veel leert hij ondertussen van Wycliff en nog meer studeert hij in de Bijbel zelf. En op deze manier wordt Johannes Hus in Bohemen de belangrijkste bestrijder van de roomse dwalingen. Velen worden daarom, zoals je wel begrijpt, zijn vijand, maar de koning beschermt hem. De paus wordt erin gemengd en hij snijdt heel de stad Praag af uit de kerk. Er mogen daarom geen klokken meer worden geluid en zelfs mag niemand meer trouwen. Dit alles is teveel voor het volk en de koning en daarom trekken ze hun steun aan Hus in. Hij moet vluchten en is een tijd lang op het kasteel van een vriend, waar hij zijn belangrijkste boek schrijft, over de kerk.
In het jaar 1415 komt in Konstanz een concilie bijeen. Dat is de opperste kerkvergadering van de roomse kerk. Uit alle landen reizen bisschoppen en anderen naar deze synode. Duizenden zijn op de been. Ook keizer Sigismund is er en de paus. Deze vergadering is heel belangrijk omdat op deze bijeenkomst belangrijke beslissingen moeten worden genomen. Onder andere over de verschrikkelijke situatie dat er op dat moment drie pausen zijn, die alle drie zeggen dat ze de eigenlijke plaatsvervanger van Christus en het hoofd van Zijn kerk zijn. Maar ook zal op dit concilie de leer van Johannes Hus worden onderzocht. Daarom wordt hem vriendelijk gevraagd om naar Konstanz te reizen. Hus' vrienden raden het hem af, want ze zijn erg bang dat hij daar als ketter veroordeeld zal worden en ter dood gebracht. Maar de machtige keizer Sigismund belooft hem een vrijgeleide, dat is: De keizer zelf staat er voor in dat Hus weer veilig in Bohemen mag komen en dat hem geen kwaad zal overkomen. In dat vertrouwen gaat Hus.
Als hij nog maar goed en wel in Konstanz is aangekomen, wordt hij op bevel van de roomse kerk gevangen genomen. Hij is eigenlijk al veroordeeld, voordat hij is verhoord. Dit is in het gewone leven al een oneerlijke zaak, maar veel meer als de kerk zo handelt. Maar zo is de roomse kerk: oneerlijk. Wanneer de keizer hiervan hoort, is hij erg boos. Hij wil dat Hus wordt vrij gelaten.