Waar jij mee zit: de doopbelofte
Auteur: ds. W. Pieters
Wat belooft God aan een kind dat gedoopt wordt? Belooft Hij ook de Heilige Geest? Zo ja, hoe komt het dan dat deze belofte niet altijd vervuld wordt?
De bedoeling van Gods belofte van de Heilige Geest ─en van alle beloften─ is, dat wij vier dingen zouden overwegen, ─ dat de Heere gewillig is om ons Zijn Geest te geven; ─ dat Hij met al Zijn werkingen en gaven bij de Heere te krijgen is; ─ hoe arm wij zijn; hoe behoeftig en ellendig, zonder die Geest en ─ dat wij er vrijmoedig om zouden vragen. God belooft Zijn Geest niet als Hij niet machtig en gewillig is om Hem te geven. En de vraag is: geloof jij dat? En Hij belooft Hem ook niet aan mensen, die Hem ten diepste heel niet nodig hebben...
Dus als wij de belofte van de Heilige Geest overdenken, die ons is geschonken bij onze Doop, is het van groot belang, niet dat we rechtzinnig redeneren en discussiëren, maar dat we eerlijk Gods macht en goedheid én ons gebrek overwegen. Als we dit eerlijk doen, moeten we vervolgens ons afvragen: `Zou ik de vervulling van deze belofte wel willen hebben? Of wil ik liever de Heilige Geest niet hebben?' En dan bedoel ik niet of wij de Heilige Geest willen ontvangen om ons te troosten en zalig te maken, want dat gaat nog wel. Maar of wij de Heilige Geest willen ontvangen om ons helemaal te beheersen en te vernieuwen...
Kijk, als wij eerlijk moeten zeggen: `Ik heb er eigenlijk geen zin in', moeten we ons ook verder nog maar niet druk maken over de vraag of elke gedoopte die belofte heeft ontvangen of niet en hoe dat precies zit. En in de Naam des Heeren HEEREN mag ik zeggen tot een jongere, die werkelijk deze belofte van de Heilige Geest graag wil ontvangen en die daarom zonder ophouden de Troon der Genade aanloopt, dat de Heere Hem heeft beloofd te geven aan een ieder die om Hem bidt. Kijk maar naar Lucas 11 vers 13, waar Jezus zegt, dat God de Vader zeer zeker Zijn Heilige Geest geven zal aan elk mens, die Hem bidt. En dan ga je ook smeken: `Heere, Gij hebt het teken en zegel van Uw belofte reeds op mijn lichaam geschreven...; o wil de inhoud ervan ook in mijn ziel genadig geven! Ik heb geen recht, maar uit genade!'