Hoe moet ik omgaan met fossielen
Auteur: ds. W. Pieters
Je kunt in dit ‘Darwinjaar’ heel wat keren het woord ‘fossielen’ tegenkomen. Fossielen zijn één van de ‘bewijzen’ van de ouderdom van onze aarde: miljoenen en miljoenen jaren geleden ontstonden deze fossielen; tenminste volgens de gangbare theorie. Wat zijn fossielen? Resten van planten of dieren die in de aarde begraven zijn en die men de laatste jaren tegenkomt bij opgravingen. Er zijn miljoenen resten van planten en dieren die in de aardkorst begraven liggen en die men meer en meer ontdekt.
Hoe moeten we daarmee omgaan? Misschien denk je: ik ben er nog nooit één tegengekomen en de kans dat ik er ooit één tegenkom, is zo miniem, dat ik dus geen antwoord hoef te geven op de vraag hoe ik met fossielen moet omgaan, want ik hoef er helemaal niet mee om te gaan. Maar dat is een vergissing. Ook ik ben nog nooit een fossiel tegengekomen en ook ik vermoed dat ik er nooit een tegen zal komen, maar ondertussen moet ik wel een mening vormen over deze overblijfselen van planten en dieren. Want fossielen worden gebruikt om te ‘bewijzen’ dat de aarde miljoenen jaren (of miljarden jaren – dat maakt op zulke grote getallen niet zoveel meer uit) oud is. En dat komt toch wel enigszins in strijd met wat de Bijbel ons vertelt. Duidelijk is dat Genesis niet uitgaat van evolutie en ook is duidelijk dat hoofdstuk 1 niet bedoelt te zeggen dat God er miljoenen jaren over deed om de wereld te maken. Dus moet je kiezen: of de Bijbel heeft gelijk óf de wetenschap heeft gelijk. Of niet soms? Beide kunnen toch niet gelijk hebben? Of toch wel? Hoe zit dit?
In het onder ons bekende landelijke dagblad hebben de eerste maanden van dit jaar al heel wat artikelen gestaan over vooral de scheppingsdagen. Hoe moeten of mogen we de verkondiging van Gods grote daden bij de schepping in Genesis 1 lezen? Het meest eenvoudige antwoord is: “Zoals het bedoeld is.” Maar ja, nu begint het gekrakeel: hoe is het dan bedoeld? Zijn de zes dagen bedoeld als dagen zoals wij die kennen (eerst zonder de zon, en vanaf de vierde dag met de zon)? Of zijn die dagen beeldspraak, waarbij het woord ‘dag’ staat voor ‘tijdperk’ – al dan niet van miljoenen jaren? Studeer jij verder dan middelbare school, dan kom je met deze vragen onontkoombaar in aanraking. Moet je dan als wetenschapper kiezen tussen het geloof in de Heilige Schrift of de wetenschap? Of zijn die twee te combineren? Al ben ik geen wetenschapper op het gebied van biologie en aanverwante takken, toch weet ik zeker dat je niets van Genesis 1 hoeft af te doen en ook je toevlucht niet hoeft te nemen tot een niet letterlijk nemen van wat daar staat, om tegelijk toch voluit wetenschapper te kunnen zijn. Je hoeft je ogen niet te sluiten voor de moderne wetenschap zelf en haar bevindingen. Maar andere zaken zijn de ideeën en interpretaties van de moderne wetenschappers… Wij moeten goed onderscheid maken tussen wat de wetenschap wéét, én wat zij veronderstélt. De gedachten over de ouderdom van fossielen, en zo van de aarde, is gebaseerd op theorieën die niet bewezen kunnen worden, axioma’s noemen wij die. Nu zijn er wetenschappers die dezelfde gegevens (dezelfde fossielen) op een andere manier, niet minder wetenschappelijk(!) interpreteren en tot heel andere resultaten komen.
Van harte sta ik op het standpunt dat de laatste maanden hevig onder vuur is komen liggen (ook van verder onverdacht gereformeerde kanten, helaas!) namelijk dat de aarde jong is (een paar duizend jaren) en niet oud (een paar miljoen of miljard jaren). Voor dit standpunt zijn net zo goed wetenschappelijke argumenten aan te voeren als voor het ‘oude aarde’ standpunt. Alleen ze worden in het algemeen niet door de wetenschap erkend. Sommige theologen en predikanten zijn zo onder de indruk van de theorieën van de wetenschap, dat zij menen dit voetsstoots te moeten aanvaarden en dus de verkondiging van Genesis anders te moeten opvatten… Ik ben niet wijzer dan die collega’s, maar ik ben wel diep onder de indruk van de alternatieve ideeën die door creationisten worden gepubliceerd; onder ander te vinden op de Engelstalige website:
www.answersingenesis.org
of op de Nederlandstalige
www.scheppingofevolutie.nl
In het Nederlands Dagblad schreef ik hierover:
Hoewel de bedoeling van de Bijbel niet is om ons informatie te geven over geologie en geschiedkunde, is hij ook op deze terreinen betrouwbaar. Met alle respect voor hen die op het standpunt van de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift toch Genesis 1 anders interpreteren, is het voor mij vanuit mijn schriftverstaan onmogelijk om Gods openbaring van Zijn scheppend handelen anders te lezen dan als geschiedenis. Zes dagen heeft God weliswaar niet nodig gehad, maar toch wel gebruikt om het heelal te vormen tot een schitterend schouwtoneel van Zijn majesteitelijke deugden. Wie eenmaal de ‘zes dagen’ symbolisch gaat interpreteren, bevindt zich op een hellend vlak en houdt na (of binnen) één of twee generaties niets meer over dan een vaag verhaal, waarover niets te verkondigen valt. Wie de wekelijkse voorlezing van de Tien Geboden aanvaardt, kan niets met zes tijdperken, maar gelooft dat het zes dagen zijn geweest, die op de zevende dag uitliepen die Gods genotvolle Rustdag was.