Hoe moet ik omgaan met Censuur
Auteur: ds. W. Pieters
Censuur is tucht. Het woord komt van het Latijnse woord 'censura'; en betekent: beoordeling. De kerk heeft het recht en de plicht om een oordeel te vellen over haar leden. Dat oordeel of die beoordeling moet gebeuren door de ambtsdragers, in het bijzonder door de ouderlingen. Niet door één ouderling, maar door de vergadering van de ouderlingen. Waarover gaat censuur? Over twee dingen: leer en leven. Dat is: hoe de leden van de gemeente zich gedragen, dus de levenspraktijk; en wat zij als waar belijden of als onwaar verwerpen.
Twee voorbeelden:
(1) Mag iemand lid zijn van de gemeente die - al is op het levensgedrag van de persoon in kwestie niets aan te merken - zegt dat Mohammed de eigenlijke profeet van God is?
(2) Mag iemand aan het Heilig Avondmaal worden toegelaten, die wel zeer rechtzinnig is in de leer, maar ondertussen regelmatig fraudeert?
Alle lezers zullen op deze twee vragen hetzelfde antwoord geven: nee, zo iemand kan geen lidmaat van de gemeente blijven, zo iemand kan niet aan het Heilig Avondmaal worden toegelaten. Welnu, dat is censuur. De kerk, de kerkmensen in het algemeen, de leden van een gemeente in het bijzonder, en vooral de kerkenraad of de ouderlingen vormen een oordeel over de leer en over het leven en komen tot de conclusie: er zijn op grond van de Bijbel grenzen die het lidmaatschap van een gemeente bepalen. Wie die grenzen overschrijdt, kan niet meer 'zomaar', 'gewoon' lidmaat van de kerk zijn.
Hoe moet jij nu omgaan met censuur? Deze vraag is in de eerste plaats belangrijk voor de ambtsdragers, de ouderlingen en de predikanten. Maar - al zullen er sommigen onder de lezers zijn - voor die mensen is dit blad niet in eerste instantie bedoeld. Ik zal de vraag nu dus toespitsen op de jongere, al dan niet belijdend lidmaat van een gemeente. Als je belijdenis hebt gedaan, heb je vrijwillig voor heel de gemeente verklaard - en daar was God bij! -, dat je je onder het opzicht en de tucht van de ouderlingen zult stellen. Dat is: je hebt twee dingen aan de gemeente gevraagd. (1) Wilt u allemaal mij helpen dat ik niet zal afwijken van het rechte spoor van Gods Woord?! (2) Wilt u allemaal mij weer terecht wijzen en terecht brengen, wanneerik (ongemerkt) toch van het spoor der Waarheid ben afgeweken?! In het laatste geval moet de kerkenraad beginnen met tucht uit te oefenen. Dit houdt in dat er een ouderling bij je op bezoek komt om je erop aan te spreken. Luister je en keer jij je weer tot het spoor van Gods Woord in leer en leven, dan is hiermee de censuur afgelopen, omdat ze aan haar doel heeft beantwoord. Luister jij niet - maar dat moet je wél doen!! -, dan moet de kerkenraad verder gaan met de tucht, met het trekken van jou, afgedwaald, onwillig schaap van de kudde. De bedoeling is uiteindelijk om jou los te trekken uit de klauwen van zonde, wereld en duivel en je te brengen bij de Heere Jezus. Ben je geen belijdend lidmaat, dan nog moet je je onderwerpen aan de vermaningen van Gods knechten, de ambtsdragers van de gemeente. Dus ook dan geldt dat je op dezelfde manier moet omgaan met censuur, namelijk door ernaar te horen, eraan te gehoorzamen!
Nu de andere kant van censuur. Wanneer het niet jou betreft, maar iemand anders. Twee voorbeelden:
(1) Alleen jij weet van iemand dat hij zo over Mohammed denkt, als in het voorbeeld op de vorige bladzijde; of: alleen jij weet van iemand dat hij regelmatig fraude pleegt. Wat moet jij dan doen? Zo iemand gaat trouw aan het Avondmaal, maar ondertussen ... hoort hij onder censuur te worden gesteld. De weg is: eerst met de persoon in kwestie erover praten (moeilijk, hoor!); als hij luistert en zich bekeert, is daarmee de zaak afgedaan. In geen geval praat je erover met een ander. Luistert de persoon niet, dan vertel je het aan een wijze man in de gemeente en neem je die mee om met de persoon in kwestie te praten. Luistert hij, dan is het daarmee goed en af! Luistert hij niet, dan ga je met de informatie die je hebt, naar de kerkenraad, de ouderlingen, die vervolgens maatregelen moet nemen.
(2) Als iemand uit jouw kennissenkring of van jouw vrienden onder censuur staat, hoe moet je dan daarmee omgaan? In de praktijk komt het bijna niet voor, maar toch is het niet onmogelijk. Daarom zegt de Bijbel er iets over. Dan moet je zo iemand - al is hij je beste vriend - beschouwen als een HEIDEN of als een TOLLENAAR. Dat zegt de Heere Jezus Zelf, lees maar in Mattheüs 18 vers 17. Moet je die persoon dan haten? Natuurlijk niet! Mag je hem niet meer hartelijk liefhebben? Moet je niet meer voor hem bidden? Natuurlijk wel! Voor heidenen moet je juist extra veel bidden, en voor een persoon die door de kerk helaas onder censuur moest worden gesteld, moet je ook extra bidden. Maar, wat mag je niet? Je mag hem niet behandelen als een medegelovige, als een broeder in Christus. Je mag geen vertrouwelijke omgang met hem meer hebben, zoals vroeger. Tenzij hij zich van zijn dwaling bekeert. Dan wordt het weer als vroeger, dan wordt hij door de kerk en door jou aanvaard als een geliefde in de Heere Christus.