Wie is God? (2)
Auteur: ds. W. Pieters
Zoals God Zich in Zijn Woord bekend maakt, zó is Hij.
Wat staat er over God in de Bijbel? Dat Hij machtig is, zie de geschiedenis van de schepping. Dat Hij wijs is, want alles in de schepping past onvoorstelbaar knap in elkaar. Denk, om een voorbeeld te noemen, maar aan je oor. Kijk eens in een (medische) encyclopedie. Je staat echt versteld! En is dat allemaal uitgedacht, gemaakt en in functie gesteld door GOD? Wat moet Hij dan wel oneindig wijs zijn!
En dit is nog maar één heel klein voorbeeldje van Gods wijsheid in de schepping.
Verder komt al in Genesis 1 duidelijk uit dat God goed is. Dat Hij Zijn schepselen het goede gunt. Denk maar aan het feit dat wij geschapen zijn op de laatste dag van de scheppingsweek. Niet op de eerste dag, wanneer er nog geen licht is; ook niet op de tweede dag, wanneer water en land nog ene verwarde massa zijn; ook niet op de derde of vijfde dag, maar op de zesde. Namelijk wanneer alles helemaal klaar is. Wanneer God het huis van de mens helemaal versierd heeft en bewoonbaar gemaakt heeft.
Welk huis? De aarde. Ja, God richt op deze prachtige aarde een speciale tuin extra mooi in om de mens daarin te stellen. En alles staat in volle bloei. Er is vanaf het eerste moment dat de mens zijn ogen open doet, enkel overvloed. En God gunt het ons, want Hij geeft toestemming om te genieten van alle heerlijke vruchten die er maar zijn.
Nog een voorbeeld van Gods goedheid. Hij wil dat wij elke dag zullen eten. Nu had God het zo kunnen maken dat wij bij het eten van ons dagelijks voedsel niet konden proeven of het zoet of zuur is, enz. Zonder smaakpapillen in ons verhemelte en onze tong, zou het eten een genot-loze bezigheid zijn. Maar nu is het heel anders. Wij genieten van iets, wat ons smáákt. Dit is Gods goedheid ...!
Dat wij iets kunnen proeven, zodat we zeggen: ha, lekker!, is een extra gave van onze milde Schepper.
Gods goedheid is in heel de schepping zichtbaar; en hoewel door onze zonde er veel bedorven is, toch is het nog elke dag te merken. Denk er maar eens aan, als je geniet van een boterham met ...
Dank er God voor; dat het voedsel er is, én dat het je smáákt.
Volgende keer zal ik DV op nog andere aspecten van Gods goedheid in de schepping ingaan.
Wie is God?
God is goed. Sommige aspecten van Zijn goedheid zagen we in het nummer van januari. Nu nog een ander aspect. God schiep ons, mensen, zó dat we Hem konden kennen en genieten. Dat we in Zijn zaligheid konden delen. Dat dit door onze schuld sinds de zondeval in het paradijs helaas niet meer zo is, doet niets af van de zaak, dat God Zijn goedheid in de schepping ook en vooral hierin liet zien dat Hij mensen maakte, die in Zijn heerlijkheid mochten delen. Die het geluk, de gelukzaligheid, de welgelukzaligheid van God mochten ervaren en er zich in mochten verheugen.
En daarin onderscheidde God ons van de dieren. Dieren kunnen God, hun Schepper, niet kennen, niet liefhebben, niet genieten.
Er is tussen God en de dieren geen communicatie. En dat was er wel tussen God en de mens.
Gods goedheid in de schepping is door ons bedorven en besmeurd. Er is zo heel erg weinig nog van te zien. Toch is het zeer verbazingwekkend en bewonderingwekkend, dat die goede God Zijn goedheid toch nog wil tonen. Hij Zelf ging de mens opzoeken. Je kunt over deze goedheid van God heel mooi lezen in artikel 17 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB).
Ken jij de NGB? Achter de Heidelbergse Catechismus in je psalmboekje. En dan in artikel 17 (je mag de eerste zestien natuurlijk ook lezen) lees je: onze goede God zocht de gevallen mens op.
Hoe denk jij over God? Heb jij goede gedachten over Hem? Of denk je slechte gedachten over Hem? Als je aan jouw Schepper denkt, denk je dan met blijde gedachten aan Hem, of ben je bang voor Hem?
Adam was door zijn ongehoorzaamheid bang voor God. Hij had opeens geen goede en blijde gedachten meer, toen hij God hoorde komen. En toch was God zó onuitsprekelijk goed ...! Hij had Adam en zijn vrouw voor eeuwig in de hel kunnen werpen, maar Hij deed het niet.
Daarom nogmaals de vraag: zie jij ook in dat God werkelijk goed is en goed doet? Gods goedheid blijkt op veel manieren, ook in ons lichamelijk en tijdelijk leven. Maar het meest wel in het feit dat God ons kwam opzoeken en door Zijn Woord nog steeds opzoekt. Verberg je dan niet langer, maar val voor deze GOEDE God neer. Hij zal je zeker niet teleurstellen!
Wie is God?
De Bijbel noemen we wel de Zelf-openbaring van God. Dat betekent: God maakt Zich in de Bijbel bekend. Wie is God? Dat kunnen we lezen in Zijn Woord. En als we lezen, zomaar van voren af, dan zien we in Genesis 3, dat God Adam en Manninne opzoekt. De beide mensen hebben Hem voor een leugenaar en tiran gehouden, maar Hij laat Zich daardoor niet tegenhouden om ze daarna toch op te zoeken.
Met welke bedoeling? Guido de Brès schrijft het heel mooi: 'Wij geloven dat onze goede God, door Zijn wonderlijke wijsheid en goedheid - ziende, dat de mens zich in de lichamelijke en geestelijke dood had geworpen, en zich geheel ellendig had gemaakt -, Zich begeven heeft om hem te zoeken, toen hij al bevende voor Hem vluchtte.'
Terecht noemt de Nederlandse Geloofsbelijdenis deze God 'een góede God'. En terecht beklemtoont De Brès voor de tweede keer dat God in Zijn goedheid de mens opzocht. God kwam niet naar Adam en zijn vrouw toe met de bedoeling om wraak te nemen op deze twee vreselijke mensen. Ook niet om ze terecht te straffen. Maar ... Ja, wat was Gods doel eigenlijk? Guido de Brès vervolgt: '... en heeft hem getroost, hem belovende Zijn Zoon te geven, Die worden zou uit een vrouw, om de kop der slang te vermorzelen.' En wat zou daarop volgen? Als de slang wordt gestraft, dan moet de vrouw (en Adam) ook worden gestraft, is 't niet? Maar nee, er staat: '... om hem gelukzalig te maken.'
Dus zelfs het hoofdstuk over de eerste zonde maakt ons bekend hoe góed God is. Beter kan ik schrijven: juíst het hoofdstuk over de eerste zonde maakt ons bekend hoe góed God is. Want als ergens de goedheid van God wel schittert, dan is het tegen de zwarte achtergrond van de zonde. Dat was direct na de zondeval zo; en dat is nog zo. Juist daar, waar wij Gods toorn en de eeuwige straf verwachten, dáár schijnt helder en duidelijk Gods goedheid en genade.
Waaraan jij nu dus nooit meer mag twijfelen, is: of je wel echt welkom bent bij God.
God stuurt niet een engel om de mens bekend te maken: als je wilt, mag je weer bij Mij terug komen. Maar God komt Zelf de mens opzoeken en Hij zorgt Zelf ervoor dat die mens niet verder bij Hem vandaan zwerft! O, zou God nu nog dezelfde gezindheid hebben? Zou Hij ook nu jou willen opzoeken?
Lees eens Lukas 19 vers 10. Daar staat het antwoord.