Waar jij mee zit: zondesmart
Auteur: ds. W. Pieters
Wat moet ik doen om zondesmart te krijgen?
Ik heb gebeden om de Heilige Geest, maar het helpt niet. De duivel zegt tegen mij: je hebt te weinig zonden. Vanaf mijn 13de ben ik voor veel zonden bewaard gebleven en voelde ik dat ik bekeerd moest worden. Moet ik nu wachten tot ik mijn zonde heel sterk gevoel, voordat ik tot de Heere mag gaan? Want soms verlang ik zo om ook Zijn kind te mogen zijn en te mogen delen in Zijn gunst. Soms voel ik ook bergen van ongeloof en wantrouwen en verzet tegen de Heere en toch kan ik er niet mee ophouden. Wat moet ik toch doen, dat ik waarlijk gebroken van hart en verslagen van geest word?
De Heilige Geest overtuigt de wereld van zonde. Welke zonde? dat wij niet in Jezus Christus geloven. Déze zonde: dat we eerst zondekennis willen hebben, voordat we tot de Zaligmaker gaan. Déze zonde, dat we eerst onze ziekte meer willen gevoelen, voordat we naar de Arts gaan. O, wat is dat toch dwaas! Wáár staat in de Bijbel dat we zondekennis moeten hebben om tot Jezus te mógen gaan? Wie verlangen heeft om nu te gaan, moet zich niet vermoeien met de vraag naar zondekennis of zondesmart!...! Zondekennis en zondesmart is slechts nodig voor die zondaar, die niet tot Jezus wil gaan, die meent Hem niet nodig te hebben, die meent het zonder Hem te kunnen stellen. Zondekennis en zondesmart is echter niet nodig voor jou, wanneer je nu zo graag aan Zijn voeten zou willen neervallen om alles, alles, alles aan Hem te vertellen. Doe dat maar. Vertel Hem alles. Al weet je zelf niet hoe slecht en verkeerd, hoe zondig en vuil je bent. Al weet je heel goed, dat je er veel te weinig over bewogen bent en er veel te weinig over verbroken bent. Vertel Hem alles, want Hij kan je helpen, ook aan de nodige kennis en smart van je zonden, zoals het Hem goeddunkt.
Je grootste nood is, dat je je nood niet ziet, niet voelt. Maar wanneer je meent dat het gevoel of besef van je nood een voorwaarde is om tot Jezus te mogen vluchten, dan maak je je nood nog groter.
En al kan ik je niet tot Hem trekken, dan toch: Hij is zo beminlijk, zo gewillig! Jezus is zo'n barmhartige Hogepriester, zo'n zorgzame Herder. Al kom je dan maar `stiekem', net als de bloedvloeiende vrouw, die ook niet mocht, dan ben je nòg welkom. Echt, je hoeft niets mee te brengen. Zo leeg als je nú bent, roept Hij jóu en ben jíj welkom.