De Catechismus van Genève vraag en antwoord 55 t/m 59
Auteur: ds. W. Pieters
Die geleden heeft
Vr. 55 Waarom springt gij van de geboorte terstond over tot de dood, met voorbijgaan van de gehele geschiedenis van het leven? Antw : Omdat hier alleen maar gehandeld wordt over de dingen die zozeer eigen zijn aan onze verlossing, dat zij het wezen daarvan enigerwijze in zich bevatten.
Vr. 56 Waarom zegt ge niet eenvoudig met één woord dat Hij gestorven is, maar voegt ge er de naam ook bij van de Stadhouder onder wie Hij geleden heeft? Antw : Dit heeft niet slechts betrekking op het geloof van de geschiedenis, maar opdat wij zouden weten dat Zijn dood met een veroordeling verbonden is geweest.
Vr. 57 Leg dit eens duidelijker uit? Antw : Hij is gestorven, om de straf te dragen die door ons verschuldigd was, en op deze wijze ons daarvan te bevrijden. Daar wij allen echter, zondaren als wij zijn, aan het gericht Gods 10 vervallen waren, heeft Hij om het in onze plaats te ondergaan, voor het aangezicht van de aardse rechter willen staan, en door zijn mond veroordeeld willen worden, opdat wij voor de hemelse rechtbank van God vrijgesproken zouden worden.
Vr. 58 Ja maar Pilatus verklaart Hem voor onschuldig; hij veroordeelt Hem dus niet als een misdadiger. Antw : Het is goed op beide zaken te letten. Want de rechter geeft een getuigenis van Zijn onschuld, daarom, dat het uitgesproken zou zijn, dat Hij niet om Zijn eigen misdaden ge slagen werd, maar om de onze; intussen wordt Hij toch door een uitspraak van dezelfde naar plechtig gebruik veroordeeld, opdat het openbaar zou worden, dat Hij het vonnis dat wij verdienden, als onze Borg onderging, om ons van de schuld te bevrijden.
Vr. 59 Goed gezegd. Want als Hij een zondaar was, zou Hij geen geschikte Borg zijn, om de straf van eens anders zonde te dragen. Maar opdat Zijn veroordeling voor ons als vrijspraak zou gelden, moest Hij onder de misdadigers gerekend worden. Antw : Zó versta ik het.