Dordtse leerregels Hoofdstuk 2 artikel 1 en 2
Auteur: ds. W. Pieters
Een onderwerp waar heel wat discussie en meningsverschil over is, is: voor wie is Jezus aan het kruis gestorven? Er zijn er die zeggen: voor alle uitverkorenen. Er zijn er ook die zeggen: voor alle mensen. Dit verschil in inzicht is niet van de laatste jaren. Ook in de dagen van de grote Dordtse Synode speelde het. En die discussie, zoals ik al schreef, is in onze dagen nog onverminderd hevig. Hoe komt dat? Omdat de Heilige Schrift schijnbaar tegenstrijdige uitspraken bevat met betrekking tot dit onderwerp. Soms lezen we dat Christus een verzoening is voor de zonden van heel de wereld; en soms lezen we dat Hij Zijn leven heeft gegeven voor Zijn schapen. Natuurlijk zou het nog kunnen zijn dat de hele wereld behoort tot de kudde van Jezus, maar als we dat niet kunnen zeggen, dan lijkt het dat de Bijbel tegenstrijdige gegevens bevat met betrekking tot de vraag: "Voor wie stierf Jezus?" Nu is het niet alleen met betrekking tot dit onderwerp dat er in de Bijbel schijnbaar tegenstrijdigheden staan. Alleen de vraag is: zijn deze uitspraken werkelijk tegengesteld (contradicties), of alleen maar op het eerste gezicht (paradoxen) - en zijn deze schijnbare tegenstrijdigheden bij nader inzien toch niet tegenstrijdig? We gaan over deze belangrijke materie nadenken aan de hand van de Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 2 gaat erover. Het eerste artikel luidt:
God is niet alleen ten hoogste barmhartig, maar ook ten hoogste rechtvaardig. En Zijn gerechtigheid (zoals Hij Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft) vereist, dat onze zonden, tegen Zijn oneindige Majesteit begaan, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, zowel naar ziel als naar lichaam, gestraft worden; welke straffen wij niet kunnen ontgaan, tenzij aan Gods gerechtigheid genoeg geschiedt.
Als we enigszins op ons laten inwerken wat hier staat, wordt het duidelijk dat de vraag voor wie Jezus stierf geen lichtvoetige vraag mag zijn. Het gaat immers niet in de eerste plaats over de vraag: heb ik deel aan de verzoening die Jezus Christus aan Golgotha's kruis verwierf? Maar de vraag is in de eerste plaats: waarom moest Jezus Christus eigenlijk aan dat kruis sterven? En die vraag stellen de Dordtse Leerregels éérst aan de orde. Hiermee wordt de toon aangegeven voor dit artikel, de belijdenis (in ons geval: de discussie) van Gods bedoeling met de kruisofferande van Jezus Christus. Christus stierf niet onnodig, maar omdat ... Ja, waarom eigenlijk? Kon God onze zonden niet vergeven zonder het onuitsprekelijk bittere lijden en sterven van Zijn lieve Zoon? Wij vergeven toch ook zonder dat er eerst wordt "betaald"?! Uiteindelijk is dit ook de visie van de remonstranten of arminianen. Zij vinden dat het offer van Christus geen betaling voor de zonden is. Ze hadden in de dagen van de Dordtse Synode dan ook bezwaar tegen de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus die dit wél zo zeggen. Wie zelf nooit werd geconfronteerd met zijn helwaardigheid, wie zelf nooit iets heeft ingeleefd van Gods rechtvaardige toorn, die benadert het onderwerp van een heel andere kant; een heel verkeerde kant. Dan vergeet je dat Christus in de eerste plaats "stierf voor" Zijn Vader, en wel in die zin dat Hij in de eerste plaats genoegdoening verschafte aan het heilig, eisend recht van God. Veel kerkmensen hebben heel oppervlakkige gedachten over God en vergeving. Ze vinden het eerder gewoon dat God vergeeft, dan dat Hij voldoening eist. Dit heeft te maken met het punt: beseffen we dat God rechtvaardig is? Als dit ons ten diepste niets doet, hoeft er ook niet te worden voldaan aan Gods rechtvaardigheid. Maar de Dordtse Leerregels gaan er van uit dat de vraag voor wie Christus heeft geleden, alleen goed kan worden beantwoord, wanneer we er zicht op hebben wát en waaróm Hij heeft geleden. De gelovige belijdt dus met dit eerste artikel dat God niet alleen barmhartig is, maar ook rechtvaardig. In artikel 2 lezen we dan:
Maar omdat wij zelf niet kunnen genoegdoen, en ons van Gods toorn bevrijden, zo heeft God uit oneindige barmhartigheid Zijn eniggeboren Zoon ons tot Borg gegeven, Die - opdat Hij voor ons zou genoegdoen - voor ons of in onze plaats, zonde en vervloeking aan het kruis geworden is.
Hier belijdt de gelovige: God is niet alleen rechtvaardig, maar ook barmhartig. De rechtvaardigheid van God eist van mij betaling. De barmhartigheid van God verschaft mij die betaling. Barmhartig en rechtvaardig - voor ons besef misschien niet met elkaar in overeenstemming te brengen. Maar eigenlijk is het Evangelie één grote manifestatie / betoning van deze twee glorierijke Eigenschappen van God. Was Hij niet rechtvaardig, dan zou Gods Zoon niet hebben hoeven lijden, niet hebben hoeven betalen, en dus ook geen mens hebben hoeven worden. Was God niet barmhartig, dat zou Hij Zijn lieve Zoon niet hebben overgegeven, maar Hem hebben gespaard, en van ons, misdadigers, hebben geëist dat wíj betaalden. Maar nu is Hij rechtvaardig - dus moet er aan het vloekhout van Golgotha een slachtoffer worden gebracht. En Hij is barmhartig - dus hangt daar niet de schuldige, maar de Onschuldige, in de plaats van de schuldige. En dat is nu net het hele Evangelie.
Uit de belijdenis
Dordtse leerregels Hoofstuk 2 artikel 1
Dordtse leerregels Hoofstuk 2 artikel 2